Installeren
Bij zeer lange stuurkabels en analoge signalen kunnen, in
uitzonderlijke gevallen en afhankelijk van de installatie,
aardlussen van 50/60 Hz voorkomen als gevolg van ruis via
de netvoedingskabels.
In dat geval kan het nodig zijn om de afscherming te
doorbreken of een condensator van 100 nF te plaatsen
tussen de afscherming en het chassis.
De digitale en analoge ingangen en uitgangen moeten
afzonderlijk worden aangesloten op de gemeenschap-
pelijke ingangen (klem 20, 55, 39) van de
frequentieomvormer om te voorkomen dat aardstroom van
deze groepen andere groepen beïnvloedt. Het inschakelen
van de digitale ingang kan bijvoorbeeld het analoge
ingangssignaal verstoren.
Ingangspolariteit van stuurklemmen
PNP (source)
Bedrading digitale ingang
12
13
18
19
27
Afbeelding 3.43
VLT
®
AutomationDrive FC 300 12-Pulse
Bedieningshandleiding High Power
29
32
33
20
37
®
MG34Q210 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
NPN (sink)
Bedrading digitale ingang
12
13
18
19
27
Afbeelding 3.44
NB
Stuurkabels moeten afgeschermd/gewapend zijn.
Afbeelding 3.45
Sluit de draden aan zoals aangegeven in de VLT
tionDrive FC 300 Bedieningshandleiding, MG33AXYY, voor
een uitgebreide beschrijving. Vergeet niet om de
afscherming op de juiste wijze aan te sluiten om te zorgen
voor optimale elektrische immuniteit.
29
32
33
20
37
® Automa-
51
3
3