K-5_OPM_DUT.book Page 393 Friday, October 15, 2010 5:15 PM
Probleem
Er kan moeilijk
worden
scherpgesteld
op het onderwerp
De autofocus
werkt niet
Het onderwerp
bevindt zich niet
in het AF-veld
Het onderwerp
is te dichtbij
Scherpstelstand
is ingesteld op
\
De scherp-
De scherp-
stelling kan niet
stelstand
worden
is ingesteld
vergrendeld
op k
Het functie
De belichtings-
Belichtings-
functie is ingesteld
op de stand B,
geheugen
p of M
werkt niet
Oorzaak
De autofocus kan niet goed scherpstellen
op onderwerpen met een laag contrast
(de lucht, witte muren, etc.), donkere
kleuren, ingewikkelde patronen,
onderwerpen die snel bewegen
of landschappen die door een raam
of netpatroon worden gefotografeerd.
Stel scherp op een ander onderwerp
op dezelfde afstand, richt vervolgens
op het onderwerp en druk de ontspanknop
helemaal in. Gebruik anders de
handmatige scherpstelling. (p.150)
Plaats het onderwerp in het
scherpstelkader in het midden van de
zoeker. Valt het onderwerp buiten het
scherpstelkader, richt de camera dan op
het onderwerp, stel scherp en vergrendel
de scherpstelling (houd de ontspanknop tot
halverwege ingedrukt), kader het beeld
opnieuw uit en druk de ontspanknop
helemaal in. (p.148)
Neem meer afstand tot het onderwerp
en maak een opname.
Zet de scherpstelstand-knop op l
of A. (p.139)
Autofocus wordt niet vergrendeld
(scherpstelvergrendeling) als
de scherpstelstand wordt ingesteld
op k (A). De camera blijft
scherpstellen op het onderwerp wanneer
de ontspanknop tot halverwege wordt
ingedrukt. Als er een onderwerp is waarop
u wilt scherpstellen, schuift u de
scherpstelstand-knop naar l en
gebruikt u de scherp-stelvergrendeling.
(p.148)
Stel de belichtingsfunctie in op een
andere stand dan B (Snelinstelling),
p (Tijdopname) of M (Flitser X-sync
snelheid).
Oplossing
393
11