K-5_OPM_DUT.book Page 10 Friday, October 15, 2010 5:15 PM
10
De flitser gebruiken
Flitseigenschappen bij elke belichtingsfunctie....................... 206
De lange-sluitertijdsynchronisatie gebruiken ....................................206
Gebruik van 2e sluitergordijn-synchronisatie....................................208
Afstand en diafragma bij gebruik
van de ingebouwde flitser ......................................................... 209
Compatibiliteit objectief met de ingebouwde flitser ............... 211
Gebruik van een externe flitser (optioneel) ............................. 212
Gebruik van de functie Automatisch P-DDL-flitsen...........................213
Flitsen met korte-sluitertijdsynchronisatie.........................................214
Draadloos flitsen ...............................................................................215
Een externe flitser aansluiten met het verlengsnoer.........................220
Opnamen maken met meerdere flitsers met verlengsnoeren...........221
Flitsen met contrastregelingssynchronisatie.....................................222
X-sync-aansluiting ............................................................................223
Opname-instellingen
Een bestandsindeling instellen ................................................ 226
JPEG-opnameresolutie instellen ......................................................226
Het JPEG-kwaliteitsniveau instellen .................................................227
Een bestandsindeling selecteren......................................................228
De witbalans instellen ............................................................... 232
Fijnafstemming van de witbalans......................................................234
Witbalans handmatig aanpassen......................................................235
De witbalans aanpassen met de kleurtemperatuur ..........................237
De kleurruimte instellen ....................................................................239
De instelling voor witbalans van een opname opslaan.....................240
Opnamen corrigeren.................................................................. 241
De helderheid aanpassen.................................................................241
Objectiefcorrectie..............................................................................245
De compositie corrigeren..................................................................247
De afwerking van de opname instellen .................................... 249
Aangepaste opname instellen ..........................................................249
Cross-processing instellen................................................................252
Veel gebruikte instellingen opslaan ......................................... 255
De instellingen opslaan.....................................................................256
De opgeslagen USER-instellingen controleren ................................258
Opgeslagen USER-instellingen gebruiken .......................................258
Standaardinstellingen herstellen.......................................................260
De instellingen wijzigen ....................................................................260
205
225