K-5_OPM_DUT.book Page 249 Friday, October 15, 2010 5:15 PM
De afwerking van de opname
instellen
Aangepaste opname instellen
Voor de afwerking van de opname kunt u een keuze maken uit
de volgende negen standen voordat u een opname maakt: Helder
(standaardinstelling), Natuurlijk, Portret, Landschap, Levendig, Gedempt,
Bleach Bypass, Diapositiefilm en Monochroom. U kunt de volgende
parameters instellen.
Parameter
Kleurverzadiging
Tint
Hoog/laag
stemming
Contrast
Scherpte
Instelling
Stelt de kleurverzadiging in.
• Niet beschikbaar wanneer
[Diapositieffilm] of [Monochroom]
geselecteerd is.
Stelt de kleur in.
• Niet beschikbaar wanneer [Bleach
Bypass], [Diapositieffilm]
of [Monochroom] geselecteerd is.
Wijzigt de helderheid van de opname.
• Niet beschikbaar wanneer
[Diapositieffilm] geselecteerd is.
Stelt het beeldcontrast in.
• Niet beschikbaar wanneer
[Diapositieffilm] geselecteerd is.
Stelt de scherpte van de contouren
van de opname in.
U kunt kiezen voor [Fijne scherpte]
of [Extra scherpte], wat de contouren
van de opname nóg dunner
en scherper maakt. (Niet beschikbaar
als de belichtingsfunctie is ingesteld
op C (Video).)
249
Instelwaarden
-4 t/m +4
-4 t/m +4
6
-4 t/m +4
-4 t/m +4
-4 t/m +4