6
2.5. Belangrijke voorschriften
2.5.1. Algemene aanwijzingen
Houdt rekeing met de geldende voorschroften ter voorkoming van ongevallen en tot bescher-
•
ming van het milieu in he land van de gebruiker en op het werksplatz.
Personen, die ruck toestellen monteren, bedienen, demonteren of onderhouden mogen niet
•
onder invloed van alcohol, drugs of andere medicamenten zijn die de waarneming en reacties-
nelheid beinvloeden.
De bevoegdheid voor de bediening, het onderhoud en de regeling van het toestel moet duidelijk
•
vastegelegd en in acht genomen worden, opdat wat betreft de veiligheid geen onduidelijke
competenties optreden.
Belast het product onder geen beding mechanisch op een ontoelaatbare manier. Gebruik het
•
product nooit als handvat of trap Plaats er geen voorwerpen op.
De garantie geldt uitsluitend voor de geleverde configuratie.
•
De garantie vervalt bij foutieve montage, bij onreglementair gebruik en/of onvakkundig gebruik.
•
2.5.2. Bij de montage
Houd rekening met de geldende voorschrifteKoppel het toestel altijd helemaal af van de
•
netstroom alvorens het product te monteren respectievelijk de stekker aan te sluiten of af te kop-
pelen. Beveilig het toestel steeds tegen opnieuw inschakelen.
Leg kabels en leidingen zo dat ze niet beschadigd kunnen worden en niemand erover kan
•
struikelen.
Controleer vóór de ingebruikname dat alle dichtingen en sluitingen van de contactdozen correct
•
ingebouwd zijn en onbeschadigd zijn, om te verhinderen dat vloeistoffen en vreemde voorwer-
pen in het product kunnen terechtkomen.
Waarschuwingstekens mogen niet veranderd of verwijderd worden.
•
2.5.3. Bij de ingebruikname
Zorg ervoor dat alle elektrische aansluitingen bedekt of afgesloten zijn en beveiligd tegen aanra-
•
king. Neem uitsluitend een volledig geïnstalleerd product in gebruik.
2.5.4. Tijdens het gebruik
Alleen bevoegd personeel mag in het kader van het reglementaire gebruik van het toestel instel-
•
lingen aan componenten veranderen en onderdelen bedienen.
Schakel in een noodsituatie, bij een foutmelding of bij andere onregelmatigheden het toestel uit
•
en beveilig het tegen opnieuw inschakelen.
De technische gegevens zoals aangegeven op het typeplaatje mogen niet overschreden wor-
•
den.
2.5.5. Bij reiniging
Gebruik nooit oplosmiddelen of agressieve reinigingsmiddelen. Reinig het product uitsluitend
•
met een enigszins vochtige doek gemaakt van een niet-pluizende stof. Gebruik daarbij uitslui-
tend water en eventueel een mild reinigingsmiddel.
Gebruik bij de reiniging geen hogedrukreiniger.
•
Na de reiniging moet gecontroleerd worden of het product volgens de voorschriften functioneert.
•
2.5.6. Bij het onderhoud en reparatie
ruck toestellen vereisen bij gebruik volgens de voorschriften slechts weinig onderhoud. Zie
•
hiervoor a.u.b. alle aanwijzingen in hoofdstuk 10.
Zorg ervoor dat geen verbindingen van leidingen, aansluitingen en onderdelen losgemaakt
•
worden zolang het toestel niet volledig afgesloten is van de netstroom. Beveilig het toestel tegen
opnieuw inschakelen.
Afzonderlijke onderdelen mogen niet met elkaar worden verwisseld, d.w.z. dat bijvoorbeeld de
•
voor een bepaald product bestemde onderdelen niet voor andere producten gebruikt mogen
worden.
2.5.7. Afvalverwijdering
Verwijder het product volgens de nationale bepalingen van uw land.
•
Tel. +49 7930 9211-0
Fax. +49 7930 9211-150
Nederlands