Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Menufuncties Bedieningseenheid - Ruck Ventilatoren FFH EC Series Montage- En Gebruikshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

UIT
21,0°
1
21,0°
1
A
21,0°
2
B
21,0°
1
A
B
1
5:30 AAN
DAG
18:30 UIT
B
A
1
5:30 AAN
DAG
18:30 UIT
B
A
1
5:30 AAN
DAG
18:30 UIT
B
A
1
5:30 AAN
DAG
18:30 UIT
B
A
2
6:30 AAN
DAG
19:30 UIT
B
A
2
6:30 AAN
DAG
19:30 UIT
16

9.1.2. Menufuncties Bedieningseenheid

In-/uitschakelen van het toestel aan het regelingsmehanisme.
Door het drukken op de toets AAN/UIT (2) wordt het toestel in- of uitgeschakeld.
Op de display verschijnt slechts de fabrieksinstelling van het toestel, met de actuele waarden!
» Weergave van de ingestelde temperatuur
» Timer ingeschakeld
» Ventilatorstanden
Ingestelde temperatuur veranderen
Bij de eerste ingebruikname wordt een ingestelde temperatuur van 21 °C aangegeven. Deze waarde
wordt in de display links aangegeven. Met behulp van de toets A kan de ingestelde waarde op het
regelingsmechanisme verhoogd (▲) of verlaagd (▼) worden. (Het instelbereik wordt door de para-
meters P 1 en P 2 begrenst).
Ventilatorstanden veranderen
Er bestaan twee mogelijkheden om de ventilatorstanden te kiezen: automatische modus of conti-
nubedrijf. Het omschakelen tussen de twee modussen gebeurt door het gelijktijdig indrukken van
de toets B (▲ en ▼). Op de display wordt de automatische modus aangeduid door het regelmatig
oplichten van de gekozen ventilatorstand!
Continue werking
Bij de continue werking kunnen de ventilatieniveaus met de toetsen B (▲ en ▼)aan het regelme-
»
chanisme gekozen worden. De regeling heeft dan geen invloed op de snelheid van de ventilator
(uitgezonderd bij een foutmelding). De modus continubedrijf is herkenbaar aan de voortdurende
aanduiding van het ventilatieniveau op de display.
Automatische modus
Bij de automatische modus functioneert de ventilator altijd in de hoogst mogelijke ventilatiestand.
»
Wordt de ingestelde temperatuur daardoor niet bereikt, dan wordt er naar een lagere ventila-
torstand geschakeld om een gelijkblijvende kamer- resp. afvoerluchttemperatuur te kunnen
garanderen.
9.1.3. Tijdstip / timer
9.1.3.a. Instellen van de timer
In de bedieningseenheid is een timer geïntegreerd waarmee u individueel voor elke weekdag de
inschakeltijden van uw toestel kunt regelen.
Instellen van de timer
Via de instelparameters van de timer kunnen de inschakeltijden individueel voor elke weekdag ge-
regeld worden.
Vanuit het statusscherm komt u door het gelijktijdig indrukken van toets A (▲) en B (▲) in het menu
om de timer in te stellen.
Op de display knippert op de bovenste rij, de aanduiding voor
de „uren" wanneer het toestel op de eerste dag moet worden in-
geschakeld (AAN). Met de toets B (▲ en ▼) kunt u de „uren" in-
stellen en vervolgens door de toets A (▲) de invoer bevestigen.
De aanduiding springt verder over naar de „minuten" die u ook
met de toets B (▲ en ▼) kunt instellen en met toets A (▲) kunt
bevestigen. (De instelling van de minuten gebeurt in stappen van
5 minuten.)
Op de display knippert de aanduiding alleen in de onderste rij voor
het „uur" wanneer het toestel op de eerste dag moet worden uit-
geschakeld (UIT). (UIT). Het instellen en bevestigen van de „uren" en „minuten" gebeurt eveneens
met toets B (▲ en ▼) evenals met toets A (▲).Na het bevestigen van de invoer springt de display
over naar dag 2, waar u wederom uw individuele in- en uitschakeltijden kunt instellen. Dag 3 tot en
met dag 7 gaan op dezelfde wijze.
Wanneer u alle parameters/dagen hebt ingesteld, keert u door het indrukken van de „Modus-toets"
(M) weer naar het statusscherm van het toestel terug.
U hoeft echter niet altijd het hele menu van de timer te doorlopen om weer in het statusscherm
terecht te komen. Met behulp van de „Modus-toets" (M) kunt u op elk moment weer naar het status-
scherm terugkeren.
Tip:
Wordt in de parameters het tijdstip 0:00 ingevoerd, dan schakelt het toestel niet in of uit.
Wilt u dat bijvoorbeeld in het weekeinde het toestel niet wordt ingeschakeld, dan moet u de
waarden voor „dag 6" en „dag 7" op 0:00 zetten.
De ingestelde waarden blijven ook bij stroomonderbreking of een lege batterij in de bediening-
seenheid opgeslagen. Alleen de actuele tijd en weekdag moeten opnieuw ingesteld worden.
Tip: Instructies om de batterij van de klok te wisselen vindt u in hoofdstuk 10.3.4.
Tel. +49 7930 9211-0
Fax. +49 7930 9211-150
Nederlands
Dag
Weekdag
1
Maandag
2
Dinsdag
3
Woensdag
4
Donderdag
5
Vrijdag
6
Zaterdag
Zondag
7

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave