Nederlands
14. Opsporen en verhelpen van storingen
Let op volgende voorschriften:
Ga ook bij het opsporen van storingen onder tijdsdruk systematisch en doelgericht te werk. Het zo-
•
maar en overhaast demonteren en aanpassen van de instellingswaarden kan er in het slechtste geval
toe leiden dat de oorspronkelijke oorzaak van de storing niet meer vastgesteld kan worden.
Probeer een indruk te krijgen van de functie van het apparaat in samenhang met de installatie als
•
geheel.
Probeer te achterhalen of het apparaat vóór het optreden van de storing de vereiste functie in de
•
installatie als geheel heeft vervuld..
Probeer veranderingen vast te stellen in de installatie waarin het product is ingebouwd:
•
» Zijn de gebruiksomstandigheden of de gebruiksmogelijkheden van het toestel veranderd?
» Zijn er veranderingen aangebracht (bijv. aanpassingen) of reparaties uitgevoerd aan de installa-
tie als geheel (toestel, elektrotechniek, regeling) of aan het toestel zelf? Zo ja: welke?
» Is het toestel gebruikt volgens de voorschriften?
» Op welke manier manifesteert de storing zich?
Probeer een duidelijk beeld te krijgen van de oorzaak van de storing. Ondervraag zo nodig de directe
•
operator of installatiebeheerder.
Indien u de opgetreden fout niet kunt herstellen, neem dan contact op met de producent. Het
contactadres vindt u onder www.ruck.eu of op de keerzijde van de titelpagina van de gebruiks- en
montagehandleiding.
14.1. Smeltzekering
Ter beveiliging van de elektrische installatie zijn twee dunne smeltzekeringen in het toestel ingebou-
wd. Wanneer een zekering voor de eerste maal doorbrandt, dan kan dit gebeuren vanwege ouder-
dom. In dit geval wordt aangeraden de defecte zekering door een nieuwe te vervangen.
Brandt de zekering opnieuw door, dan kan de fout aan de hand van de volgende tabel gelokaliseerd
en hersteld worden. Het verwisselen van de dunne smeltzekering moet door een vakman uitgevoerd
worden.
De smeltzekeringen moeten overeenkomen met EN 60127, afmetingen 5 x 20 mm.
Zekering
Mogelijke oorzaken
• Toevoerleiding klepaandrijving defect.
F1 / T 6,3 A
• Klepaandrijving/leiding defect.
14.2. Foutentabel
Indien er een fout in het toestel optreedt, worden er een of meer storingsmeldingen op de display ge-
toond. Tussen de verschillende fouten kan met de toetsen A (▲ en ▼) gewisseld worden. De beve-
stiging van een fout gebeurt met toets B (▲). Bediening van het apparaat via de bedieningseenheid
is niet mogelijk zolang niet alle storingen verholpen en bevestigd zijn. Afhankelijk van de ernst van de
storing wordt de installatie uitgeschakeld of blijven de laatste instellingen geactiveerd.
De volgende storingen kunnen op de display getoond worden:
www.ruck.eu
Verhelpen van storingen
• Leiding vervangen
• Klepaandrijving/leiding vervangen.
Afb.16:
F1
Printplaat met zwakstroomzekeringen
F1.
33