4.3 Weergave
H
5. VOORAFGAAND AAN HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Haal alle accessoires en ver‐
wijderbare inschuifrails uit de
6. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Instellen:
Verwarmingsfunctie
Verwijder de glazen bodemplaat van de
magnetron.
Stap 1
A
B
G
F
E
Stap 1
Reinig de oven en de acces‐
soires met een zachte doek,
warm water en een mild rei‐
oven.
Draai aan de knop voor de
verwarmingsfuncties om een
verwarmingsfunctie te selec‐
teren.
A. Timer / Temperatuur /
C
Magnetronvermogen
B. Opwarmings- en restwarmte-indicator
C. Magnetronmodus
D. Voedselsensor (alleen geselecteerde
modellen)
E. Deurslot (alleen geselecteerde
D
modellen)
F. Uren/minuten
G. Demomodus (alleen geselecteerde
modellen)
H. Klokfuncties
Stel de tijd in voordat je de oven
gebruikt.
5.1 Eerste reiniging
Stap 2
nigingsmiddel.
Stap 2
Stap 3
6.2 Instellen: Magnetron
1. Verwijder alle accessoires uit de
oven.
2. Plaats de glazen bodemplaat van de
magnetron.
NEDERLANDS
Stap 3
Plaats de accessoires en de
verwijderbare inschuifrails in
de oven.
Draai aan de regelknop om de
temperatuur / het magnetron‐
vermogen te selecteren.
Draai wanneer het bereiden
stopt aan de knoppen naar de
uit-stand om de oven uit te
schakelen.
11