Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

5.3 Sensoren

De eerste stap in de installatie is het vinden van een geschikte locatie voor de montage van de
sensoren. Dit is een voorwaarde om nauwkeurige resultaten te verkrijgen. Hiertoe is een basiskennis
van stromingsleer (in leidingen) noodzakelijk.
Een optimale situatie zou zijn: een oneindig lange rechte buis, waarbij de vloeistof geen lucht-
insluitingen (bubbels) heeft. De buizen kunnen worden gebruikt in verticale of horizontale stand. Om
onnauwkeurigheden veroorzaakt door turbulentie in de vloeistof te vermijdenen moet vóór en
achter het meetpunt een rechte sectie aanwezig zijn. In het algemeen is het zo dat voor het
meetpunt de lengte min. 10 x de buisdiameter moet zijn, en achter het meetpunt 5 x de
buisdiameter.
Onderstaande tabel toont voorbeelden van goede posities:
Bij de installatie van de sensoren gaat u als volgt te werk:
1) Sommige leidingen hebben een soort plastic coating. Tussen de buitenkant van de leiding en
de binnenlaag kan een grenslaag aanwezig zijn. De grenslaag kan ultrasone golven uitsluiten
of verzwakken. Dan is het zeer moeilijk een nauwkeurige meting uit te voeren.
Indien mogelijk, probeer dit soort leidingen te vermijden.
2) Zoek een optimale positie in uw leidingsysteem, dat wil zeggen in een gestrekte lijn, met
eventuele nieuwe schone leidingen.
3) Een schone leiding heeft de hoogste prioriteit. Slijp of polijst de oppervlakken waar de
sensoren geplaatst worden evt. blank.
4) Als een vervuiling niet verwijderd kan worden dient de dikte ervan beschouwd te worden als
onderdeel van de voering van de leiding
5) Tussen de sensoren en de pijpoppervlakken mag geen luchtspleet aanwezig zijn. Bevestig de
sensoren met genoeg koppeling pasta.
GEBRUIKSAANWIJZING Flowmeter PCE-TDS 100 H/HS
Leidingverlopen en sensorpositie
s
toevoer
15
afvoer

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave