stevig genoeg werd samengedrukt met behulp
van een tang of doordat een koppeling van een
mindere kwaliteit dan de originele koppeling werd
gebruikt.
Let op: Controleer eerst alle bij u bekende lassen
voordat u verdergaat met de foutopsporing.
Een draadbreuk kan worden opgespoord door de
afstand van de lus waar de breuk kan zijn
opgetreden steeds te halveren, totdat er nog
maar een kort stuk draad over is.
De volgende methode werkt niet wanneer de
ECO-modus actief is. Zorg dat de ECO-modus
eerst wordt uitgeschakeld. Zie
pagina 28 .
1.
Controleer of het indicatielampje in het
laadstation blauw knippert, wat een breuk in
de begrenzingslus aangeeft. Zie
Indicatielampje op het laadstation op pagina
49 .
2.
Controleer of de aansluitingen van de
begrenzingsdraad naar het laadstation
correct zijn aangesloten en niet zijn
beschadigd. Controleer of het
indicatielampje in het laadstation nog steeds
blauw knippert.
VERMOGEN
AR
G1
54 - Probleemoplossing
3.
ECO-modus op
Led-
AL
Verwissel de aansluitingen van de
geleidingsdraad en de begrenzingsdraad in
het laadstation.
Begin door aansluiting AL en G1 te
verwisselen. Sommige modellen hebben
extra geleidingsdraden . Voor deze
modellen kan dezelfde procedure worden
gevolgd.
Als het indicatielampje constant groen
brandt, bevindt de breuk zich ergens in de
begrenzingsdraad tussen AL en het punt
waar de geleidingsdraad is aangesloten op
de begrenzingsdraad (dikke zwarte lijn op
de afbeelding).
AL
G1
Guide
Om de storing te verhelpen hebt u
begrenzingsdraad, connectoren en
koppelingen nodig:
a) Als de vermoedelijk defecte
begrenzingsdraad kort is, dan kunt u het
gemakkelijkst de hele begrenzingsdraad
vervangen tussen AL en het punt waar de
geleidingsdraad is aangesloten op de
begrenzingsdraad (dikke zwarte lijn).
b) Als de vermoedelijk defecte
begrenzingsdraad lang is (dikke zwarte lijn),
ga dan als volgt te werk: Zet AL en G1 terug
in hun oorspronkelijke posities. Koppel
daarna AR los. Sluit een nieuwe lusdraad
1439 - 002 -