Opn.functie
U kunt de opnamefunctie selecteren aan de hand van de situatie en het gewenste eindresultaat.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 Raak
(Opn.functie) aan t gewenste functie.
(Slim automatisch
instellen)
(Autom. Programma)
(iPanorama door
beweging)
(Bewegende beeldn)
(Anti-
bewegingswaas)
(Schemeropn. uit
hand)
(Tegenlichtopnamecorr.
HDR)
(Scènekeuze)
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen terwijl de instellingen
automatisch worden aangepast.
Hiermee kunt u opnemen met automatisch ingestelde belichting
(zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde). U kunt ook de diverse
instellingen kiezen op het menu.
Hiermee kunt u een panoramabeeld opnemen uit samengestelde
beelden.
Hiermee kunt u bewegende beelden opnemen.
Hiermee kunt u minder wazige beelden opnemen zonder gebruik te
maken van de flitser bij het samenstellen van burst-opnamen
opgenomen met een korte sluitertijd.
Hiermee kunt u minder wazige beelden opnemen onder zwakke
belichtingsomstandigheden zonder gebruik te maken van een statief
bij het samenstellen van burst-opnamen opgenomen met een korte
sluitertijd.
Hiermee kunt u een groter bereik aan gradatie opnemen door twee
beelden met verschillende belichtingen op elkaar te projecteren.
Voor opnemen met vooraf gemaakte instellingen, afhankelijk van de
scène.
24
NL