Terugspelen (gevorderd)
Opnamen Terugspelen met Audio/Bewegende
Beelden
∫ Opnamen met geluid
Selecteer de opname met
audio-aanduiding [
audioterug.
PLAY AUDIO
10:00 1.DEC. 2004
∫ Bewegende beelden
Selecteer de opname met de bewegende
beeldenaanduiding [
bewegende beelden terug.
PLAY MOTION
IMAGE
10:00 1.DEC. 2004
• De cursor die afgebeeld is tijdens
het terugspelen komt opvereen
met 3/4/2/1.
• Bewegend beeld terugspelen stopt en het
normale terugspelen wordt hersteld door
op 4 te drukken.
Terugspelen (gevorderd)
] en speel de
2560
100 _ 0001
1/19
] en speel de
100 _ 0001
1/19
∫ Snel vooruit spoelen/Snel achteruit
spoelen
Blijft u tijdens het terugspelen van
bewegend beeld op 2/1 drukken.
1: Snel vooruit
2: Snel achteruit
• Laat u de knop los, dan keert u terug naar
het normale terugspelen van bewegende
beelden.
∫ Pauze invoeren
Druk op 3 tijdens het terugspelen van
bewegende beeld.
• Druk opnieuw op 3 om pauze te wissen.
• U kunt audio horen van de speaker. Om
het geluidsvolume aan te passen, P24
raadplegen.
• De opname met geluid kan niet van een
nieuwe maat voorzien (P89) of bijgewerkt
worden (P90).
• U kunt de zoomfunctie niet gebruiken
terwijl u bewegende beelden terugspeelt
of er een pauze invoert.
• Het formaatbestand dat met deze
fotocamera teruggespeeld kan worden is
QuickTime Motion JPEG.
• Sommige QuickTime Motion JPEG
bestanden opgenomen door een PC of
andere apparatuur zouden niet met deze
fotocamera teruggespeeld kunnen
worden.
• Wanneer u bewegende beelden
terugspeelt die met andere apparatuur
zijn opgenomen, kan de kwaliteit van deze
beelden slechter zijn en kan het
voorkomen dat ze niet teruggespeeld
kunnen worden.
• Gebruikt u een hoge vermogenskaart,
dan is het mogelijk dat de snel achteruit
terugspoelfunctie langzamer dan normaal
gaat.
81