Invoeren/Verwijderen van de Kaart
• Controleer dat de fotocamera uitstaat en
dat de lens ingetrokken is.
• Sluit de flits.
1 Schuif de kaart/batterijklep om
deze te openen.
• De kaart en de gegevens kunnen
beschadigd worden indien deze
ingevoerd of verwijderd wordt terwijl
de fotocamera aan is.
• We raden het gebruik van Panasonic's
SD-geheugenkaart aan. (Alleen de
originele SD-kaart met het SD-logo
gebruiken.)
2 Invoeren:
Voer de kaar in met de label naar
de voorkant van de fotocamera
gericht totdat deze klikt.
Verwijderen:
Druk de kaart totdat deze klikt,
trek de kaart er vervolgens
rechtop uit.
14
Voorbereiding
• Controleer de richting van de kaart.
• Raak de aansluitingen op de achterkant
van de kaart niet aan.
• De kaart kan beschadigd worden als
deze niet geheel ingevoerd is.
3 1 Sluit de kaart/batterijklep.
2 Schuif de kaart/batterijklep
naar het eind en sluit deze
stevig.
• Indien de kaart/batterijklep niet geheel
gesloten kan worden, de kaart
verwijderen en opnieuw invoeren.