∫ Afstellen van de flitsoutput
Stel de flitsoutput af wanneer het
onderwerp klein is of de reflectieratio
extreem hoog of laag is.
1 Druk op
3
verschillende keren
totdat [
FLASH] verschijnt en
stel vervolgens de flitsoutput in.
FLASH
SELECT
• U kunt dit afstellen vanaf j2 EV tot
i2 EV in stappen van 1/3 EV.
• De bepaalde flitsoutput wordt opgeslagen
zelfs als de fotocamera uitstaat.
• In bewegende beeldenfunctie [
[SCENERY], [NIGHT SCENERY] of
[FIREWORKS] in scènefunctie (P56),
kunt u de flitsoutput niet afstellen.
• Als de ISO gevoeligheid ingesteld is op
[AUTO], wordt deze automatisch afgesteld
van [ISO100] op [ISO400] wanneer u de
flits gebruikt (behalve wanneer de
flitsfunctie ingesteld is op Langzame
synchr./Reductie rode-ogeneffect
[
]). Om ruis te voorkomen, de ISO
gevoeligheid af doen nemen.
• Bij [NIGHT PORTRAIT] in scènefunctie
(P56) staat de flitsinstelling vast op
Langzame synchr./Reductie
rode-ogeneffect [
• In bewegende beeldenfunctie [
[SCENERY], [NIGHT SCENERY] of
[FIREWORKS] in scènefunctie (P56),
staat de flitsfunctie vast op de
Gedwongen UIT [
geopend is.
Het opnemen van opnamen (basis)
EXIT
],
].
],
] zelfs als de flits
• Niet naar de fotoflits staren vanaf
dichtbij wanneer u de flits gebruikt.
• Indien u de flits te dicht bij de
onderwerpen brengt, kunnen deze
vervormd of verkleurd worden door de
hitte en verlichting ervan.
• De fotoflits niet bedekken met uw
vingers of andere items.
• Wanneer u een opname maakt buiten het
bereik van de flitsbediening, zou de
belichting niet juist afgesteld kunnen zijn
en zou de opname helder of donker
kunnen worden.
• Wanneer u het maken van een opname
herhaalt, zou het opnemen buiten werking
gesteld kunnen worden zelfs als de flits
geactiveerd is. Maak een foto nadat het
lampje van de kaarttoegang verdwijnt.
• Wanneer de golfstoring-alert verschijnt,
raden we aan de flits te gebruiken.
• Bij het instellen van de burstfunctie of auto
bracket wordt slechts 1 opname gemaakt
bij iedere keer flitsen.
• De flitsaanduiding wordt rood wanneer de
flits geactiveerd wordt en de ontspanknop
tot de helft ingedrukt wordt.
• Tijdens het opladen van de flits knippert
het lampje van de flitsaanduiding rood; u
kunt dan geen foto maken, zelfs niet
wanneer u de sluiterknop helemaal indrukt.
• Wanneer u een opname maakt met de
flits, raden we aan de lenskap te
verwijderen. In sommige gevallen zou
het niet aan de scène toe kunnen laten
goed verlicht te worden.
• De flits niet sluiten vlak nadat de flits
geactiveerd is voordat u foto's maakt
wegens AUTO/Rode-ogenreductie etc. Dit
veroorzaakt storing.
• Wanneer u een foto maakt met flits, wordt de
witbalans automatisch afgesteld [behalve bij
[
] (Daglicht) en [
onvoldoende flitslicht kan het zijn dat de
witbalans niet goed wordt afgesteld.
• Wanneer de sluitertijd snel is, zou het
flitseffect niet voldoende kunnen zijn.
• Om opnameruizen te voorkomen, raden
we aan [NOISE REDUCTION] in
[PICT.ADJ.] in te stellen op [HIGH] of de
items behalve [NOISE REDUCTION] in te
stellen op [LOW] om opnamen te maken.
(P73)
• Verwijzen naar P68 voor de ISO
gevoeligheid.
] (Flits)], maar bij
39