Elektronische Volume Corrector EK230
Instellingen t.b.v. de signaalingang kunnen met MdMI2, SC.I2, L1.I2, G3.E2
en SpI2 worden uitgevoerd. Nadere toelichtingen hieromtrent: → 3.11.
I2 Pulse cmp Fout bij impulsvergelijking op ingang 2
Ingang 2 (E2) kan voor bewakingsdoeleinden als impuls- of signaalingang
worden geparameteriseerd. Bij gebruik als impulsingang kunnen de op E2
binnenkomende impulsen bijv. met die op ingang 1 worden vergeleken. Bij
te grote afwijking wordt deze melding aangegeven.
Instellingen na de impulsvergelijking kunnen met MdMI2, SC.I2, L1.I2,
G3.E2 en SpI2 worden uitgevoerd. Nadere toelichtingen hieromtrent:
→ 3.11.
I2 Warn.sig. Waarschuwingssignaal op ingang E2
Ingang 2 (E2) kan voor bewakingsdoeleinden als impuls- of signaalingang
worden geparameteriseerd. Bij instelling als signaalingang wordt deze
melding aangegeven zolang een actief signaal aanwezig is, d.w.z. de
klemmen laagohmig verbonden zijn. Na de aansluiting van een contact
voor de manipulatiedetectie kan de waarschuwingsingang ook zo worden
ingesteld, dat hier de melding "8" aangegeven wordt zolang een inactief
signaal aanwezig is, d.w.z. dat de klemmen open zijn.
Instellingen voor de signaalingang kunnen met MdMI2, SC.I2, L1.I2, G3.E2
en SpI2 worden uitgevoerd. Nadere toelichtingen hieromtrent: → 3.11.
I3 Rep.sig. Aanwijzingsignaal op ingang 3
Ingang 3 (E3) kan bijv. als tijdsynchroon-ingang worden gebruikt. Zolang de
ingang een actief signaal (d.w.z. de klemmen zijn laagohmig verbonden)
ontvangt, wordt deze melding aangegeven.
Instellingen t.b.v. de signaalingang kunnen met MdMI3, SC.I3, L1.I3, G3.E3
en SpI3 worden uitgevoerd. Nadere toelichtingen hieromtrent: → 3.11.
Bij
functieuitbreidingsunit FE230 is deze melding van geen betekenis
"datatransmissie via FE230 aan de gang".
I3 Warn.sig. Waarschuwingssignaal op ingang E3
Deze melding wordt bijv. aangegeven zolang een actief signaal aanwezig
is, d.w.z. de klemmen laagohmig verbonden zijn. Voor aansluiting van een
contact ter manipulatiedetectie kan de waarschuwingsingang ook zo
worden ingesteld, dat deze melding wordt aangegeven zolang een inactief
signaal aanwezig is, d.w.z. dat de klemmen open zijn.
Instellingen voor de signaalingang kunnen met MdMI3, SC.I3, L1.I3, G3.E3
en SpI3 worden uitgevoerd. Nadere toelichtingen hieromtrent: → 3.11.
K-val. error Compressibiliteitscijfer kan niet worden berekend
Het compressibiliteitscijfer K (→ 3.6) kan niet worden berekend omdat er
nog geen geldige imperfect-gas factor kon worden bepaald. (Zie melding
"C-fact. err.")
Zolang dit probleem bestaat, wordt voor het compressibiliteitscijfer de
substitutiewaarde K.F gebruikt en voor Vb en Vm worden stoorvolumes
geteld (→ 3.2, 3.3).
Man.lock o. Fabrikantenslot is open
Naast de bescherming tegen onbevoegde parameterisatie of uitlezen via
een seriële interface bezit de EK230 in totaal vier sloten: ijk-, fabrikant-,
leverancier- en klantenslot.
38
speciale
parameterisatie
melding 13 in St.3
voor
de
aansluiting
melding 14 in St.2
ELSTER Handel GmbH
melding 5 in St.2
melding 8 in St.2
van
een
melding 8 in St.3
melding 1 in St.8