Md.T
Temperatuurmodus
Bij Md.T = "1" wordt de gemeten temperatuur T.Mes (zie onder) voor de correctie
gebruikt voor zover deze de alarmgrenswaarden niet raakt.
Bij Md.T = "0" wordt altijd de vaste waarde (substitutiewaarde) T.F voor de
correctie gebruikt. Er worden geen stoorvolumes geteld.
Typ.T Temperatuursensor-type
SNT
Serienummer temperatuursensor
Identificatie van de bij de EK230 horende temperatuursensor.
Eq1T
Coëfficiënt 1 van de temperatuurvergelijking
Eq2T
Coëfficiënt 2 van de temperatuurvergelijking
Eq3T
Coëfficiënt 3 van de temperatuurvergelijking
De coëfficiënten van de kwadratische vergelijking voor de berekening van de
temperatuur T.Mes uit de ruwe temperatuurwaarde Bin.T (→ 3.10):
T.Mes = Eq1T + Eq2T ž Bin.T + Eq3T ž Bin.T
Na de justering van het temperatuur-meetcircuit kunnen de drie coëfficiënten van
de kwadratische vergelijking oftewel door de EK230 zelf worden bepaald of door
de gebruiker worden berekend en ingevoerd.
Buiten de EK230 kunnen de drie coëfficiënten aan de hand van drie waarden voor
Bin.T en de bijbehorende streefwaarden worden berekend.
Wanneer de EK230 de coëfficiënten bepaalt, gebruikt hij de op het tijdstip van
invoer van Prog (zie onder) ingevulde waarde voor Eq3T en berekent daarbij
passend Eq1T en Eq2T.
T1Adj Justeerwaarde 1 voor temperatuur
T2Adj Justeerwaarde 2 voor temperatuur
Prog
Overname temperatuur-justering
Deze waarden dienen voor de justering van het temperatuur-meetcircuit, d.w.z.
voor de interne berekening van de vergelijkingscoëfficiënt voor de temperatuur
(zie boven).
De justering geschiedt in drie stappen:
1. Meettemperatuur 1 (= streefwaarde 1) op de temperatuursensor geven en als
T1Adj invoeren.
2. Meettemperatuur 2 (= streefwaarde 2) op de temperatuursensor geven en als
T2Adj invoeren.
3. Prog = "1" invoeren opdat de EK230 de vergelijkingscoëfficiënt berekent.
Na blootstelling aan de meettemperatuur moet tot het invoeren van de
justeerwaarde telkens ofwel ca. 1 minuut worden gewacht of tijdens de weergave
van
de
temperatuur-meetwaarde
toetsencombinatie ENTER worden ingedrukt totdat de weergegeven waarde
stabiel is.
Na de optimalisatie van de nauwkeurigheid moeten de justeerwaarden zo dicht
mogelijk bij de meetbereikgrenzen MRL.T en MRU.T (zie boven) liggen (-10°C en
+60°C).
T.Mes Temperatuur meetwaarde
Als de gemeten temperatuur T.Mes binnen de alarmgrenswaarden Tmin en Tmax
(zie boven) ligt, wordt deze als temperatuur T (zie boven) voor de correctie
gebruikt: T = T.Mes.
ELSTER HANDEL GmbH
Elektronische Volume Corrector EK230
2
T.Mes
(zie
onder)
herhaaldelijk
de
29