Elektronische Volume Corrector EK230
Batt. low
Batterij-bedrijfsduur onder grenswaarde
De berekende restduur van de batterijen Bat.R (à Servicelijst, hoofdstuk
3.10) heeft de gestelde grenswaarde onderschreden.
De grenswaarde kan via het seriële interface onder het adres 2:4A1 worden
gewijzigd. Standaard instelling is 3 maanden.
Zolang deze melding aangegeven wordt, knippert ook de "B" in het veld
"Status" van het display, (à hoofdstuk 2.2.1).
Bat. operat. Batterijvoeding
Deze melding wordt altijd aangegeven wanneer het apparaat door zijn
interne batterij, d.w.z. niet door een extern netvoedingsapparaat, wordt
gevoed.
C-fact. err. Conversiefactor kan niet worden berekend
De conversiefactor C (→ 3.6) kan niet worden berekend aangezien de
temperatuur T (→ 3.5) buiten het bereik -100°C tot +100°C ligt of geen
bruikbaar compressibiliteitscijfer K (→ 3.6) ter beschikking staat (zie
melding "K-val. error").
Wellicht
substitutiewaarde voor het compressibiliteitscijfer K.F (→ 3.6) staat op "0".
De conversiefactor wordt op "0" gezet en voor Vb worden stoorvolumes in
VbD geteld (→ 3.2).
Deze melding treedt bij juiste instelling van het apparaat niet op aangezien
bijv. bij overschrijding van een alarmgrenswaarde Tmin of Tmax (→ 3.5) de
temperatuur-substitutiewaarde T.F gebruikt wordt.
Call Win.1
Oproepaannemeningstijdvenster 1 is actief
Call Win.2
Oproepaannemeningstijdvenster 2 is actief
De EK230 biedt twee tijdvensters aan waarbinnen een eventueel op het
seriële interface aangesloten modem oproepen voor het opvragen van data
aanneemt. Buiten deze tijdvensters worden oproepen geïgnoreerd opdat
bijv. een in het station aanwezige persoon via een op dezelfde telefoonlij n
aangesloten telefoon kan worden opgebeld.
De melding wijst erop dat het met CW1.S en CW1.E (Call Win.1) of met
CW2.S en CW2.E (Call Win.2) geprogrammeerde tijdvenster 1 (→ 3.13
Interfacelijst) actief is, d.w.z. de EK230 neemt oproepen aan.
Call Win.1+ Verlengd oproepaannemeningstijdvenster 1
Deze melding is voor de werking van een functieuitbreidingsunit FE230
noodzakelijk om via een als statusuitgang gebruikte uitgangsklem de
stroomvoorziening van de FE230 in te schakelen.
De melding komt verregaand overeen met de melding Call Win.1 (zie
boven).
oproepaannemeningstijdvenster 1 nog een datatransmissie aan de gang is,
blijft de melding Call Win.1+ echter staan totdat de datatransmissie
afgelopen is.
36
is
de
temperatuursensor
Voor
het
geval
niet
goed
dat
er
na
het
ELSTER Handel GmbH
melding 9 in StSy
melding 15 in StSy
melding 1 in St.5
aangesloten
of
de
melding 16 in St.1
melding 16 in St.2
melding 15 in St.1
einde
van
het