Opmerking: Hoe langer de belichting, hoe groter het risico op onscherpe beelden. Houd de tasterpunt zo stil mogelijk als je een beeld
met een lange belichting vastlegt.
7
- Tik op de belichtingsvergrendeling op het scherm om te wisselen tussen UIT en AAN.
8
- Tik op het pictogram Omkeren op het scherm om AAN of UIT te schakelen. Als deze functie is ingeschakeld (ON), verschijnt
boven aan het scherm. Met deze functie wordt elke afbeelding horizontaal omgedraaid.
Opmerking: Met deze functie kun je beelden "corrigeren" als je een side-view OTA gebruikt, omdat het prisma in deze tips anders een
omgekeerd beeld zou geven.
9
- Tik hierop om de functie Enkele weergave in of uit te schakelen. Enkelvoudige weergave is handig bij het positioneren van een stereo
OTA. Deze functie maakt het eenvoudiger om door de camera te navigeren door het tweede beeld tijdelijk weg te laten.
10
- Tik om de verlichtings-LED AAN of UIT te zetten
11
- Tik op Kleurverzadiging om toegang te krijgen tot een aanpassingsbalk. Verschuif de aanpassingsbalk om de kleuren in de afbeelding te
intensiveren of te verzachten.
12
- Tik op op het scherm om Ruisonderdrukking in te schakelen voor zowel live video- als foto-opnamen. Ruisonderdrukking lijnt
frames uit en berekent het gemiddelde ervan om zichtbare beeldruis te verminderen als er weinig of geen beweging in de scène is.
13
- Tik op het scherm Reset Transforms om de standaardwaarden voor elk van deze acht instellingen te herstellen.
14
- Kies Gereed wanneer de transformaties voltooid zijn.
DONE-toets of druk op de overeenkomstige toets om het menu Afbeelding te sluiten en terug te keren naar de softkeybalk. Eventuele
wijzigingen in de beeldtransformatie-instellingen blijven behouden totdat ze handmatig worden gewijzigd of
Opmerking: Wijzigingen in de beeldtransformatie-instellingen gaan verloren tijdens het uitschakelen.
48
08/2023