Bijlage E. Meting OTA's controleren
Controleer de meetpunten elke keer dat u ze gebruikt om er
zeker van te zijn dat hun nauwkeurigheid niet is aangetast door
mechanische schade. Mentor Flex-systemen worden geleverd
met een meetverificatieblok. Met dit instrument kan de
gebruiker de nauwkeurigheid van de optische meetpunten
controleren. Het bevat optische meetdoelen waarvan de
nauwkeurigheid herleidbaar is naar de meetstandaarden van het
National Institute of Standards and Technology (NIST) van de
Verenigde Staten.
Dit zijn de onderdeelnummers voor de verificatieblokken die
worden gebruikt met de Mentor Flex:
VER2400C
VER2600D
VER2600E
XLG3TM84VER
Een meting controleren Tip:
Bevestig een OTA en vervolgens
1
- Bevestig de stereotip stevig.
2
- Plaats de tip in de juiste poort van het verificatieblok en
positioneer de tip om het dradenkruis in het beeld te centreren.
3
-Meet het testdoel met de juiste metriek (inch of millimeter) en
evalueer de resultaten.
Opmerking: Een ervaren gebruiker kan een meting van 0,100 ±
0,005 inch (1,00 ± 0,05 mm). Als de meetresultaten niet binnen
deze grenzen vallen, zie dan Problemen met meten oplossen.
Opmerking:
Elk meetverificatieblok wordt geleverd met een
kalibratieschema en een kalibratiecertificaat (C of C), waarop de
kalibratiedatum en vervaldatum vermeld staan.
10
0
Voor 3,9 mm, 4,0 mm systemen
Voor 6,1 mm systemen
Voor 6,1 mm systemen
Voor 8,4 mm systemen
Een 3D-stereo- of stereometing controleren Tip:
Bevestig veilig een 3D-stereo- of stereotip en vervolgens
3
- Plaats de tip in de juiste poort van het verificatieblok en positioneer
de tip om het dradenkruis in het beeld te centreren.
4
- Bevries de afbeelding, selecteer Stereo en identificeer dan het
serienummer of de bijgevoegde tip.
Opmerking: 3D Stereo OTA's bevatten een + 3D-aanduiding op de softkey.
08/2023