Installatie- en gebruikershandleiding
Handelingen bij uitvoering van één naar twee batterijpakketten
1. Neem de kabelband van de batterijpakketten los door voorzichtig het lipje op het oog van de kabelband
naar buiten te buigen en gelijktijdig het oog los te trekken van het uiteinde van de kabelband.
2. Haal de kabelband terug door aan het oog van de kabelband te trekken en aan het uiteinde van de
kabelband te duwen.
3. Plaats vervolgens de kabelband zo, dat deze aan de zijde van de wartels uitkomt. (zie Figuur 12).
4. Plaats nu een nieuw batterijpakket met de label zichtbaar en de pijl op het label naar boven gericht.
5. Verbind de connector van het batterijpakket met een vrije batterijaansluiting.
6. Neem de connector los van het oude batterijpakket en neem deze uit de behuizing.
7. Plaats nu een nieuw batterijpakket met de label zichtbaar en de pijl op het label naar boven gericht.
9. Verbind de connector van het batterijpakket met een vrije batterijaansluiting.
7. Plaats het oog van de kabelband weer terug op het uiteinde van de kabelband en druk deze voorzichtig
aan.
8. Plaats de nieuwe zakjes silicagel, zoals beschreven in hoofdstuk 4.1; Plaatsen of vervangen van de
zakjes silicagel.
Resetten van de batterijverbruik teller
Na het vervangen van de/het batterijpakket(ten) moet de batterijverbruik teller worden gereset. Druk hiertoe
gedurende minimaal 5 seconden op schakelaar SW1 (pos 3, Figuur 5). De systeem status led (DIAG) zal
aansluitend 5 seconden lang branden als bevestiging van de handeling. Deze handeling mag worden
uitgevoerd ongeacht de toestand waarin UNILOG 300 zich bevindt.
Sluit UNILOG 300 en verzegel zo nodig de verzegelbare schroeven zoals beschreven in hoofdstuk 4; Openen
en sluiten van de behuizing.
DDN3002MHNL/11-2015/Rev. 7
Firmware versie 10.1.51 of hoger
UNILOG 300; N31- N32
26