Installatie- en gebruikershandleiding
Tabel 1. Aansluitingen
Ingang
Klemnummer
encoder
1
2
3
Puls
4
5
6
Serieel 2
3
4
5
6
Serieel 1
7
8
9
10
De volgende ingangen kunnen gelijktijdig gebruikt worden:
Encoder (klemnummers. 1 en 2) en puls ingang 2 (klemnummers 5 en 6)
•
Seriële ingang 1 (klemnummer 7 t/m 10) en puls ingang 1 en 2 (klemnummer 3 t/m 6)
•
Seriële ingang 1 (klemnummer 7 t/m 10) en seriële ingang 2 (klemnummers 3 t/m 6)
•
LET OP
DDN3002MHNL/11-2015/Rev. 7
Benaming
Betekenis
NAMUR -
Aansluiting voor
encodertelwerk
NAMUR +
Aansluiting voor
encodertelwerk
GND
Gemeenschappelijk
kabelafscherming voor puls
IN1
Aansluiting voor puls ingang 1
GND
Gemeenschappelijke aarde
voor puls
IN2
Aansluiting voor puls ingang 2
SHIELD
Kabelafscherming voor
datakabel
DATA 2
Inkomende seriële data van
UNIGAS EVHI
GND
Aarde aansluiting voor
datakabel
REQ 2
Uitgaande seriële data naar
UNIGAS EVHI
SHIELD
Kabelafscherming voor
datakabel
DATA 1
Inkomende seriële data van
UNIGAS EVHI
GND
Aarde aansluiting voor
datakabel
REQ 1
Uitgaande seriële data naar
UNIGAS EVHI
Voor UNIGAS kan een afwijkende kleurcodering voor de seriële
draadverbinding van toepassing zijn (zie bijlage 3).
Firmware versie 10.1.51 of hoger
UNILOG 300; N31- N32
Kleurcodering kabel
Wigersma & Sikkema
-
-
Zwart
Bruin
Groen
Wit
Zwart
Bruin
Groen
Wit
Zwart
Bruin
Groen
Wit
13