Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 Afkortingen Access Point Name Domain Name System European Article Number Elektrostatische ontlading (Electro Static Discharge) EVHI Elektronisch volumeherleidingsinstrument Explosieveiligheid protectie File Transfer Protocol IMEI International Mobile Equipment Identity Laagfrequent OBIS Object Identification System Printed Circuit Board Request data Transmission Control Protocol...
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 Inhoudsopgave Introductie ........................4 Explosieveiligheidsinstructies (Ex) ................5 Functies en datastructuur ................... 7 Openen en sluiten van de behuizing ................. 9 Plaatsen of vervangen van de zakjes silicagel ................... 9 Sluiten van de behuizing ........................9 Installatie ........................
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 1 Introductie UNILOG 300 met batterijvoeding is een GSM/GPRS modem en datalogger. De ingangen zijn voorzien van een EX- barrière zodat UNILOG 300 gebruikt mag worden met apparatuur welke geplaatst is in een explosiegevaarlijke omgeving.
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 2 Explosieveiligheidsinstructies (Ex) UNILOG 300 is toegelaten voor gebruik buiten de explosiegevaarlijke omgeving. UNILOG 300 is voorzien van intrinsiek veilige circuits, welke WAARSCHUWING aangesloten mogen worden apparatuur geplaatst explosiegevaarlijke omgevingen. Toelatingsgegevens: 0344 II(1)G [Ex ia Ga] IIC DEKRA 12ATEX0135 Voordat UNILOG 300 geïnstalleerd en in gebruik genomen wordt, dient deze handleiding volledig gelezen en begrepen te worden.
Pagina 8
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 Figuur 1. Geopende UNILOG met weggenomen batterijpakket 1. Ex-beschermkap 2. Kabelaansluitklemmen 3. Kabeldoorvoerwartels DDN3002MHNL/11-2015/Rev. 7 Firmware versie 10.1.51 of hoger...
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 3 Functies en datastructuur In onderstaande figuren worden de functies en datastructuur schematisch weergegeven (Figuur 2 en Figuur 3). In het hoofdstuk 12; Telwerken en registers, worden alle telwerken en registers toegelicht. Um = 12.3 V DC-DC converter shutdown microprocessor...
Pagina 10
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 C.93.25 integrated logger IMP1DIV Input 1 Qn 1 VDEW status Channel 1,B=1 Channel 1,B=1 Channel 1, B=1 Absolute Forward absolute Flow rate, C=43 Input 1 unconverted logger index, C=23 Value at measuring pulse constant, Actual value at measuring conditions, D=0 C=0, D=7, E=2...
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 4 Openen en sluiten van de behuizing UNILOG 300 is voorzien van een bescherming tegen vocht. Deze bescherming bestaat onder andere uit een ventilatiemembraan en een droogmiddel silicagel dat in de deksel is geplaatst. Behandel de deksel met zorg zoals hieronder is aangegeven.
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 5 Installatie De behuizing van UNILOG 300 heeft een beschermingsklasse IP65 in overeenstemming met EN60529. UNILOG 300 mag in de buitenlucht geplaatst worden. Lees eerst Explosieveiligheidsintructies (Ex) (hoofdstuk 2) alvorens verder te gaan. Afhankelijk van de functie en de uitvoering van UNILOG 300 zijn de ingangen vanaf fabriek al geconfigureerd en is het mogelijk dat de daarbij behorende kabel(s) is (zijn) gemonteerd.
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 Aansluitingen UNILOG 300 bevat 5 ingangen. De klemnummers en benamingen zijn vermeld bij de aansluitklemmen in UNILOG 300 (Figuur 6). De ingangen zijn opeenvolgend genummerd van 1 t/m 10 waarbij klemnummers 3 tot en met 6 een gedeelde functie hebben (Tabel 1).
Pagina 15
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 Tabel 1. Aansluitingen Ingang Klemnummer Benaming Betekenis Kleurcodering kabel Wigersma & Sikkema encoder NAMUR - Aansluiting voor encodertelwerk NAMUR + Aansluiting voor encodertelwerk Zwart Puls Gemeenschappelijk kabelafscherming voor puls Aansluiting voor puls ingang 1 Bruin Gemeenschappelijke aarde Groen...
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 Jumperconfiguratie Met behulp van jumpers (Figuur 7) worden de ingangen geconfigureerd. Of een ingang beschikbaar is wordt bepaald door de uitvoeringsvorm, zie label op de PCB in de behuizing. Afhankelijk van welke ingangen gebruikt gaan worden, worden de jumpers geplaatst in overeenstemming met de toepassing (Tabel 2).
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 In gebruik nemen 5.5.1 Datalogger functies activeren Bij toepassing als datalogger is het noodzakelijk om de volgende actie met het centrale acquisitiesysteem uit te voeren: laat het centrale acquisitiesysteem contact maken met UNILOG 300 en de klok synchroniseren. •...
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 5.5.3 Datalogger Puls Toepassing: datalogger met ingangspulsen 1. Controleer of de jumpers als volgt staat ingesteld: a. Jumper 1: SERIAL/NAMUR b. Jumper 2: PULSE/SERIAL2 2. Sluit de kabel aan op volgende klemnummers: 3 (GND) 4 (IN1) 5 (GND);...
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 Aanpassen van het gebruik: datalogger <-> transparant modem Aanpassing van gebruik als datalogger naar transparant modem is alleen mogelijk bij de uitvoeringvorm Serieel, Encoder en Puls (voor de uitvoeringvorm zie label op de PCB aan de binnenzijde van UNILOG 300). Aanpassing van gebruik als datalogger naar transparant modem: Hiervoor dienen de handelingen uitgevoerd te worden zoals beschreven in hoofdstuk 5.7;...
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 6 Controle van de functies Controle van de systeemstatus Voor de controle van de systeemstatus wordt gebruik gemaakt van een led (pos 7,Figuur 5). Kleur led: groen (Figuur 8). 1. Eenmaal kort per 10 seconden: alle functies werken correct, datalog functies zijn gedeactiveerd; toepassing als transparant modem.
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 7 Configuraties Gasmeters met een encodertelwerk Uitvoeringsvorm: Encoder en Puls of Serieel, encoder en Puls (voor uitvoeringvorm: zie label op de PCB aan de binnenzijde van UNILOG 300). Toepassing: als datalogger UNILOG 300 is geschikt voor toepassing van gasmeters met een encoderuitgang van het fabricaat GWF, Elster, Dresser, FMG of Aerzener die voorzien zijn van een NAMUR-interface.
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 7.1.3 Uitvoeren van handmatige encoderinitialisatie: Met UNILOG 300 is het mogelijk dat gebruiker op locatie handmatig een encoderinitialisatie uitvoert. De encoderinitialisatie wordt als volgt gestart: Houd SW2 ingedrukt Druk SW1 in Laat SW2 en SW1 los Vervolgens zal de systeem-status led (DIAG) de toestand van de encoderinitialisatie aangeven.
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 Gasmeters met een puls uitgang Uitvoeringsvorm: encoder en Puls of Serieel, encoder en Puls (voor uitvoeringvorm: zie label op de PCB aan de binnenzijde van UNILOG 300). Toepassing: als datalogger Om gebruik te kunnen maken van de twee puls ingangen moet parameter C.93.25 door middel van servicesoftware UNITOOL worden ingesteld op LF.
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 8 GSM en TCP Controle van de GSM-verbinding Aan de hand van de GSM-statusled (pos 8, Figuur 5), kleur geel, kan het juist functioneren van de GSM- verbinding worden gecontroleerd. Tijdens het inschakelen gaat de GSM-statusled continu branden. Figuur 10;...
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 9 Simkaart UNILOG 300 kan vanaf fabriek al voorzien zijn van een simkaart. Indien deze simkaart is geplaatst, dan is het bijbehorende telefoonnummer aangegeven op het label in UNILOG 300. Geschikte GSM abonnementen zijn bijvoorbeeld M2M abonnementen voor GSM data en/of GPRS data. Bij toepassing van GPRS zijn in UNILOG 300 een aantal instellingen noodzakelijk waarmee UNILOG 300 zich kan aanmelden op een APN;...
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 10 Batterijpakketten Levensduur UNILOG 300 wordt gevoed door één of twee lithium batterijpakketten. De batterijpakketten zijn onder in UNILOG 300 geplaatst en aangesloten op de met BAT.1 en BAT.2 gemarkeerde connectoren. Bevestiging vindt plaats met behulp van een losneembare kabelband. Op het batterijpakket staat het productiejaar vermeld. De levensduur is in onderstaande tabel gespecificeerd (Tabel 6).
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 Vervangen van de batterijen Lees eerst Explosieveiligheidsintructies (Ex) (hoofdstuk 2) en hoofdstuk 4; Openen en sluiten van de behuizing. Batterijpakketten dienen binnen de aanbevolen termijn (Tabel 6) verwisseld te worden. Nieuwe batterijpakketten worden inclusief silicagel geleverd en als set verpakt in een gesloten verpakking. Deze verpakking mag pas geopend worden op het moment van installatie.
Pagina 28
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 Handelingen bij uitvoering van één naar twee batterijpakketten 1. Neem de kabelband van de batterijpakketten los door voorzichtig het lipje op het oog van de kabelband naar buiten te buigen en gelijktijdig het oog los te trekken van het uiteinde van de kabelband. 2.
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 11 Externe antenne Indien de signaalsterkte niet voldoende is, kan er een externe antenne worden geplaatst. Er zijn twee typen externe antennes beschikbaar; een rondom gevoelige antenne en een richtantenne. De externe antennes worden geleverd inclusief montagemateriaal en handleiding voor de aansluiting op UNILOG 300.
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 12 Telwerken en registers Hieronder worden de telwerken en registers (parameters) weergegeven die in UNILOG 300 aanwezig zijn. Per telwerk of register wordt de benaming weergegeven aangevuld met de OBIS-code, het beveiligingsniveau en een korte beschrijving.
Pagina 31
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 Service registers Benaming Eenheid OBIS Omschrijving Apparaat type C.1.1 Apparaattype en uitvoeringsvorm van UNILOG 300. Serienummer C.1.0 Serienummer van UNILOG 300 Firmware versie 7-0:0.2.0 Firmwareversie Firmware CRC C.91.3 16 bit CRC-waarde van het programmageheugen SW modem engine C.90.23...
Pagina 32
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 Overige instellingen Benaming Eenheid OBIS Beveiligingsniveau Omschrijving Apparaatadres C.90.1 Wachtwoord 2a Apparaatadres voor IEC 62056-21 communicatieprotocol. EAN-code C.96.0 Wachtwoord 2a Meterlocatiecode Einde gasdag C.91.2 Wachtwoord 2a Moment waarop UNILOG 300 de afsluit logt maandlogger.
Pagina 33
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 Tellerstanden Benaming Eenheid OBIS Beveiligingsniveau Omschrijving Tellerstand ingang 1 1:23.0.0 Tellerstand voor ingang 1 Tellerstand ingang 2 2:23.0.0 Tellerstand voor ingang 2 Instellingen voor ingangen Benaming Eenheid OBIS Beveiligingsniveau Omschrijving INP1DIV p/m3 1:0.7.2 Deelfactor puls ingang 1 INP2DIV p/m3...
Pagina 34
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 Debiet Benaming Eenheid OBIS Beveiligingsniveau Omschrijving Q1_nx5 m3/h 1:43.0.0 Debiet ingang 1, hoeveelheid onder bedrijfsomstandigheden op basis van voortschrijdend gemiddelde van n x 5 minuten. Q2_nx5 m3/h 2:43.0.0 Debiet ingang 2, hoeveelheid onder bedrijfsomstandigheden op basis van voortschrijdend gemiddelde van n x 5 minuten.
Pagina 35
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 Klok en belvenster Benaming Eenheid OBIS Beveiligingsniveau Omschrijving Tijd (z)hhmmss 0.9.1 Wachtwoord 2a Actuele tijd Datum (z)ddmmjj 0.9.2 Wachtwoord 2a Actuele datum C.91.1 Wachtwoord 2a Maximale afwijking van de klok die mag worden gecorrigeerd zonder statusbit VDEW- statusregister te zetten.
Pagina 36
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 VDEW statusregister Het VDEW statusregister bestaat uit 16 registraties van een alarm en wordt weergegeven als een hexadecimaal getal van 4 karakters: St : 1 Bitnummer Waarde St Omschrijving Toestand/ gebeurtenis 15 / F 8, 9, A, B, C, D, E, F 14 / E...
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 13 Software ondersteuning De volgende softwarepakketten zijn beschikbaar: Instellen en uitlezen van UNILOG 300: • UNITOOL software bestelcode G6900000 Controleren van de ontvangstkwaliteit van de GSM-netwerkverbinding: • MODEM NETWORK MONITOR software bestelcode N2400 Hulpstukken ten behoeve van het gebruik op locatie van de softwarepakketten voor UNILOG 300 •...
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 Bijlage 1: Specificatie General Supply Battery, 1 or 2 x 3 D cell lithium battery • (230 V AC optional, pending) Battery lifetime one battery pack > 4 years at 1 hour idling and 1 minute •...
Pagina 39
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 Inputs Namur, Serial and pulse input • Cable glands two glands Ø 5 -8 mm • Available pre-assembled cables EMC shielded, color blue • lengths 3, 5, 10 or 15 meter Ex specification of input terminals: •...
Pagina 40
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 Namur input Voltage and Ri 8.2V, 1k Ohm • Support for encoder counters Manufacturer Itron, GWF, Elster, Dresser, FMG • or Aerzener Multiplier Counter formats • Reading of encoder counter Every 5 minutes and at serial communication - data read out mode and reading counter values •...
Pagina 41
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 Integrated GSM/GPRS-modem Type Sierra Wireless AirPrime • Model Q2686RD • N7NQ2686 • GSM-band Quad band E-GSM/GPRS 900/1800 and • 850/1900 MHz GPRS Class 10 • GPRS services TCP and FTP • GPRS authentication PAP, CHAP •...
Installatie- en gebruikershandleiding UNILOG 300; N31- N32 Bijlage 2: UNITOOL en UNILOG 300 UNITOOL wordt gebruikt om de configuratie en gegevens van UNILOG 300 uit te lezen of in te stellen. De gebruiker dient in UNITOOL in te loggen. UNILOG 300 is o.a. beschikbaar onder gebruiker wsgas wachtwoord wsgas.