Beveiliging
Open en wijzig de volgende instellingen om uw telefoon en
gegevens te beveiligen:
•
: De telefoonvergrendeling in- of
Telefoonblokkering
uitschakelen. Deze functie zorgt dat de telefoon pas kan
worden gebruikt nadat het telefoonwachtwoord is ingevoerd.
•
: De functie voor SIM-kaartvergrendeling
SIM-blokkering
in- of uitschakelen. Deze functie zorgt dat u het wachtwoord
voor de SIM- of USIM-kaart moet ingeven wanneer u de kaart
verwisselt.
•
: De functie voor pinvergrendeling in- of
PIN-blokkering
uitschakelen. Deze functie zorgt dat de telefoon pas kan
worden gebruikt nadat de PIN-code is ingevoerd.
•
: diverse typen gegevens als
Privacyblokkering
privégegevens instellen. Privégegevens zijn alleen met het
telefoonwachtwoord toegankelijk.
•
: De FDN-modus (Fixed Dialling Mode) in- of
FDN-modus
uitschakelen. In deze modus kunt u alleen nummers in de
FDN-lijst bellen.
•
: Het telefoonwachtwoord wijzigen.
Wachtwoord wijzigen
68
Instellingen
•
: De PIN-code van de SIM- of USIM-kaart wijzigen.
PIN wijzigen
•
: De tweede PIN-code wijzigen, die dient ter
PIN2 wijzigen
beveiliging van de primaire PIN-code.
•
: De functie Mobiel opsporen in- of
Mobiel opsporen
uitschakelen. Deze functie helpt u uw telefoon in geval van
verlies of diefstal terug te vinden. ► blz. 25
PC-verbindingen
Stel een USB-stand in die wordt ingeschakeld wanneer u de
telefoon op een computer aansluit. ► blz. 57
Netwerk
Open of wijzig de volgende instellingen om te bepalen hoe de
telefoon netwerken selecteert en netwerkverbindingen tot stand
brengt:
•
: De netwerkselectiemethode instellen op
Netwerk kiezen
automatisch of handmatig.
•
: Een netwerkband selecteren.
Netwerkmodus