2
Geef de PIN-code van uw SIM- of USIM-kaart in en druk op
<OK>.
Als de pinvergrendeling is ingeschakeld, moet u telkens bij het
inschakelen van de telefoon de PIN-code ingeven.
•
Als u te vaak een onjuiste PIN-code invoert, wordt de
SIM- of USIM-kaart geblokkeerd. In dat geval moet
u een PUK-code (PIN Unlock Key) ingeven om de
blokkering van de kaart op te heffen.
•
Als u een onjuiste PUK-code voor de SIM- of USIM-
kaart invoert, moet u de blokkering van de kaart bij de
serviceprovider laten opheffen.
›
De functie Mobiel opsporen activeren
Wanneer iemand een andere SIM- of USIM-kaart in de telefoon
plaatst, stuurt de functie Mobiel opsporen het nummer
automatisch naar opgegeven ontvangers, zodat u de telefoon
kunt opsporen.
1
Selecteer in de menustand
opsporen.
2
Geef uw wachtwoord in en druk op <
3
Druk op de bevestigingstoets om
4
Selecteer
Ontvangers om de lijst met ontvangers te openen.
→
5
Druk op <
Contacten om uw lijst met
Opties>
contactpersonen te openen.
6
Selecteer contactpersonen.
7
Druk wanneer u klaar bent met het selecteren van contacten
op <Voeg toe>.
8
Selecteer een nummer (indien nodig).
9
Druk op de bevestigingstoets om de ontvangers op te slaan.
10
Scroll omlaag en geef de naam van de afzender in.
11
Druk op de bevestigingstoets
→
→
Instell.
Beveiliging
Mobiel
OK>.
Aan te selecteren.
→
<OK>.
Aan de slag
25