6.12 Signaaldetectietijd
De signaaldetectietijd is de minimale tijd die een niveau actief moet
zijn voordat de regelaar een actie initieert zoals het in- of
uitschakelen van een pomp.
6.12.1 De signaaldetectietijd instellen met Grundfos GO
Remote
1. Ga naar Instellingen > Niveauregeling > Signaal detectie
tijd.
2. Stel de signaaldetectietijd in.
6.13 Het maximale aantal inschakelingen instellen met
Grundfos GO Remote
Als de pomp is vastgelopen vanwege de ophoping van afzettingen,
wordt deze automatisch uitgeschakeld vanwege oververhitting, op
voorwaarde dat de motorbeveiliging is ingesteld. Zodra de motor is
afgekoeld zal de regelaar zonder succes proberen de pomp
opnieuw in te schakelen, waarna dit scenario wordt herhaald.
Om dit te voorkomen, is het mogelijk een maximaal aantal
inschakelpogingen binnen een bepaald interval in te stellen.
1. Ga naar Instellingen > Max. aantal keren heropstarten.
2. Schakel de functie in.
3. Stel het interval in waarin het toegestane aantal
inschakelpogingen moet worden geteld.
4. Stel het maximale aantal inschakelpogingen voor een pomp in
dat gedurende het ingestelde interval is toegestaan.
Gerelateerde informatie
6.16.1 Oververhittingsbeveiliging
6.16.2 Beveiliging tegen overbelasting
6.16 Motorbeveiliging
8.4 Code 4 (Motor te vaak opnieuw ingeschakeld)
6.14 Het service-interval instellen met Grundfos GO
Remote
U kunt een tijd instellen in Grundfos GO Remote om een
herinnering te krijgen dat onderhoud op de pomp moet worden
uitgevoerd wanneer deze tijd aanbreekt.
1. Ga naar Instellingen > Service > Toestand
2. Selecteer Inschakelen en druk op OK.
3. Selecteer de pomp.
4. Voer het aantal uren tot aan de volgende servicebeurt in en druk
op OK.
6.15 Het product bedienen
6.15.1 Automatisch bedrijf
In de automatische bedrijfsmodus schakelt de regelaar de pomp in
en uit op basis van de signalen die worden ontvangen van de
aangesloten niveausensoren en de overeenkomstige niveau-
instellingen binnen de regelaar.
Gerelateerde informatie
4.4 Toepassingstypen
6.15.2 Handmatige bediening
6.15.2.1 De pomp handmatig in- en uitschakelen met Grundfos
GO Remote
1. Ga naar Instellingen > Besturing, pomp 1.
2. Start de pomp door Aan te selecteren en op OK te drukken.
3. Start de pomp door Uit te selecteren en op OK te drukken.
Gerelateerde informatie
6.15.2.3 Kiezen wat de pomp moet doen na handmatige
inschakeling
334
6.15.2.2 De pomp handmatig in- en uitschakelen met het
bedieningspaneel
1. U kunt een pomp handmatig inschakelen door op de toets
Pomp te drukken en deze ingedrukt te houden totdat de pomp
wordt ingeschakeld.
Het signaallampje On gaat branden als de pomp werkt in de
handmatige modus.
2. Schakel de pomp uit door op de toets Pomp te drukken.
Het signaallampje Off brandt wanneer de pomp is
uitgeschakeld.
Gerelateerde informatie
6.15.2.3 Kiezen wat de pomp moet doen na handmatige
inschakeling
6.15.2.3 Kiezen wat de pomp moet doen na handmatige
inschakeling
Het volgende kan worden geconfigureerd:
•
Automatisch terugsturen
Hier selecteert u of de pomp automatisch moet terugkeren naar
een gedefinieerde bedrijfsmodus als de handmatige
inschakeling is beëindigd.
•
Terug naar
Hier selecteert u of de pomp moet terugkeren naar de
automatische bedrijfsmodus of moet worden uitgschakeld als de
handmatige inschakeling is beëindigd en Automatisch
terugsturen is ingeschakeld.
•
Geforceerde starttijd
Hier stelt u in hoe lang de pomp moet werken in de handmatige
bedrijfsmodus.
1. Ga naar Instellingen > Handmatig starten.
2. Selecteer Automatisch terugsturen en kies een van de
volgende opties:
• Uitgeschakeld
• Ingeschakeld.
3. Ga één stap terug in het menu en selecteer Terug naar.
4. Kies één van de volgende opties:
• Automatisch
• Uit.
5. Ga één stap terug in het menu en selecteer Geforceerde
starttijd.
6. Stel in hoe lang de pomp moet werken in de handmatige
bedrijfsmodus.
Gerelateerde informatie
6.15.2.1 De pomp handmatig in- en uitschakelen met Grundfos
GO Remote
6.15.2.2 De pomp handmatig in- en uitschakelen met het
bedieningspaneel
6.16 Motorbeveiliging
Zorg dat alle instellingen worden uitgevoerd aan de hand
van de vereisten van de pomp en het systeem om storin-
gen te vermijden.
Gerelateerde informatie
6.13 Het maximale aantal inschakelingen instellen met Grundfos
GO Remote
8.13 Code 69 (Temperatuur van wikkelingen te hoog)
6.16.1 Oververhittingsbeveiliging
De regelaar biedt thermische beveiliging voor de aangesloten
motoren. Er kunnen twee typen sensoren voor thermische
beveiliging worden aangesloten op de regelaar: een PTC-sensor
(analoog) en een thermische schakelaar (digitaal).
Onder normale bedrijfsomstandigheden werkt de sensor als
kortsluitvoorziening, maar als de temperatuurlimiet is bereikt, wordt
deze geopend en krijgt de regelaar een signaal dat de temperatuur
te hoog is, waarna de pomp wordt uitgeschakeld. Als de
temperatuur weer is gedaald tot het niveau waarop de sensor is