Inhoudsopgave
Advertenties
FoodPro Plus
Gebruiksaanwijzing
Als een temperatuur twijfelachtig is of als de waarden binnen
± 1 °C (± 2 °F) van de HACCP-gevarenzonegrens vallen, moet
u de insteekvoeler gebruiken om de inwendige temperaturen
te controleren.
Nauwkeurigheidscontrole in het veld
Infraroodkanaal (IRT) en insteekvoelerkanaal (RTD)
Controleer de nauwkeurigheid van uw voedselveiligheidthermometer aan de
hand van onderstaande stappen. Er wordt een temperatuur van 0 °C (32 °F)
(geroerd ijsbad) aanbevolen als controlereferentiepunt. Aangezien het
moeilijker is om het oppervlak van heet water te meten, mag de hete
controle uitsluitend worden gebruikt als algemene nauwkeurigheidscontrole
van het IRT-kanaal.
Verificatiecontrole koude temperatuur
1.
Vul een grote piepschuimbeker tot ongeveer halfweg van de
rand met ijsblokjes. Voeg koud water toe tot net onder de rand
van de beker.
2.
Dompel de tip van een bekende gekalibreerde thermometer met
insteekvoeler (referentievoeler) in het water en roer door het
mengsel met de insteekvoeler gedurende één minuut of totdat
de temperatuur van de voeler is gestabiliseerd.
3.
Blijf door het water roeren met een rietje of roerstokje terwijl u
temperatuurmetingen verricht met de referentievoeler en de
infraroodthermometer. Het instrument mag niet verder dan op
7,5 cm van het wateroppervlak worden gehouden (afbeelding 8).
Om de meetnauwkeurigheid te verzekeren, moet de tip van de
insteekvoeler tot op een diepte van ten minste 12 mm (1/2 inch)
zijn ondergedompeld.
10
Opmerking
Advertenties
Inhoudsopgave
