Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Persoonlijke Voorzorgsmaatregelen; Waarschuwingen Met Betrekking Tot Het Gebruik Van Accu's; Locatie Van De Lader; Voorzorgsmaatregelen Dc-Aansluiting - Mastervolt CHARGEMASTER PLUS 12/75-3 Gebruikers- En Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor CHARGEMASTER PLUS 12/75-3:
Inhoudsopgave

Advertenties

2.3

Persoonlijke voorzorgsmaatregelen

1
Het is verstandig om iemand in de buurt te houden die
hulp kan verlenen wanneer u in de buurt van een
loodzuuraccu werkt.
2
Houd voldoende vers water en zeep bij de hand voor
het geval dat accuzuur in contact komt met de huid,
kleding of de ogen.
3
Draag een veiligheidsbril en beschermende kleding.
Vermijd contact met de ogen wanneer u in de buurt
van een accu werkt.
4
Huid of kleding die in contact is gekomen met
accuzuur, dient onmiddellijk te worden afgespoeld
met zeep en water. Als er accuzuur in de ogen komt,
deze onmiddellijk gedurende minstens 10 minuten
met stromend koud water spoelen en onmiddellijk
medische hulp inroepen.
5
In de buurt van een accu of motor NOOIT roken en
vonken en open vuur vermijden.
6
Zorg ervoor dat metalen gereedschap niet op de accu
kan vallen. Dit zou vonken of kortsluiting kunnen
veroorzaken, met explosiegevaar tot gevolg.
7
Wanneer u met accu's werkt dient u metalen sieraden
en horloges af te doen. Een loodzuuraccu kan een
kortsluitstroom produceren die sterk genoeg is om
bijvoorbeeld een ring aan metaal vast te lassen, wat
tot ernstige brandwonden kan leiden.
2.4
Waarschuwingen met betrekking tot het
gebruik van accu's
1
Gebruik de ChargeMaster Plus niet voor het opladen
van
oplaadbare
toestellen. Deze accu's kunnen openbarsten en
persoonlijk letsel en materiële schade veroorzaken.
2
Probeer NOOIT niet-oplaadbare accu's op te laden.
3
Probeer NOOIT een bevroren accu op te laden.
4
Overmatige laadstroom en/of laadspanning kunnen
accu's ernstig beschadigen. Overschrijd nooit de
aanbevolen ondergrens voor ontlading van uw accu's.
5
Als een accu moet worden verwijderd, dient u altijd
eerst de geaarde aansluiting los te koppelen.
Controleer of alle accessoires zijn uitgeschakeld
zodat er geen vlamboog kan ontstaan.
6
Zorg dat de ruimte rondom de accu goed geventileerd
wordt terwijl de accu wordt opgeladen. Houd u aan de
aanbevelingen van de fabrikant van de accu.
7
Accu's zijn zwaar. Ze kunnen bij een ongeval
levensgevaarlijke projectielen worden. Zorg voor een
goede en stevige verankering en gebruik altijd
geschikte hulpmiddelen voor het vervoer.
2.5

Locatie van de lader

1
Plaats de lader nooit direct boven de accu die wordt
opgeladen; gassen uit de accu tasten de lader aan.
ChargeMaster Plus 12/75-3, 12/100-3, 24/40-3, 24/60-3 – Gebruikers- en installatiehandleiding
batterijen
uit
huishoudelijke
2
Zorg dat er geen accuzuur op de lader druppelt bij het
vullen van de accu of het controleren van het
soortelijk gewicht van het elektrolyt.
3
Gebruik de lader niet in een afgesloten ruimte en let
op dat ventilatie niet wordt belemmerd.
4
Plaats de accu niet boven op de lader.
2.6

Voorzorgsmaatregelen DC-aansluiting

1
Controleer voor het aansluiten of loskoppelen van de
DC-uitgangsklemmen of alle schakelaars op de lader
op de 'uit'-stand zijn gezet en de AC-voedingskabel is
losgekoppeld van het stopcontact. Klemmen mogen
elkaar nooit raken.
2
Verbind klemmen met de accu en het chassis zoals
vermeld in sectie 2.7, stap 5 en 6, en 2.8 stap 2 tot en
met 4.
2.7
Wanneer de accu in een voertuig is
geïnstalleerd
EEN VONK KAN TOT ONTPLOFFING VAN DE ACCU
LEIDEN.
Het risico van vonken in de buurt van de accu beperken:
1
Leg AC- en DC-snoeren zodanig dat ze niet kunnen
worden beschadigd door de motorkap, een portier of
een bewegend deel van de motor.
2
Blijf uit de buurt van ventilatorbladen, riemen, poelies
en andere delen die letsel kunnen veroorzaken.
3
Controleer de polariteit van de accu-aansluitingen. De
PLUS (POS, P, +) accu-aansluiting heeft meestal een
grotere diameter dan de MIN (NEG, N,–) aansluiting.
4
Bepaal welke aansluiting van de accu is geaard op
(verbonden met) het chassis. Als de negatieve
aansluiting op het chassis is geaard (zoals in de
meeste voertuigen het geval is), zie (5). Als de
positieve aansluiting op het chassis is geaard, zie (6).
5
Voor een negatief geaard voertuig verbindt u de
PLUS (ROOD) klem van de acculader met de PLUS
(POS, P, +) niet-geaarde aansluiting van de accu.
Verbind de NEGATIEVE (ZWARTE) klem met het
voertuigchassis of het motorblok, uit de buurt van de
accu. Verbind de klem niet met de carburateur,
brandstofleidingen of delen van de carrosserie die van
plaatmetaal zijn gemaakt. Verbind de klem met een
massief metalen deel van het frame of met het
motorblok.
6
Voor een positief geaard voertuig verbindt u de MIN
(ZWARTE) klem van de acculader met de MIN (NEG,
N, -) niet-geaarde aansluiting van de accu. Verbind de
POSITIEVE (RODE) klem met het voertuigchassis of
het motorblok, uit de buurt van de accu. Verbind de
klem niet met de carburateur, brandstofleidingen of
delen van de carrosserie die van plaatmetaal zijn
gemaakt. Verbind de klem met een massief metalen
deel van het frame of met het motorblok.
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave