Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instellingen; Instellingen Dip-Switches; Functies Masterbus; Masterbus-Communicatie - Mastervolt CHARGEMASTER PLUS 12/75-3 Gebruikers- En Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor CHARGEMASTER PLUS 12/75-3:
Inhoudsopgave

Advertenties

14
ChargeMaster Plus 12/75-3, 12/100-3, 24/40-3, 24/60-3 – Gebruikers- en installatiehandleiding

4 INSTELLINGEN

De instellingen van de ChargeMaster Plus kunnen op twee
verschillende manieren worden aangepast:
door middel van DIP-switches: zie paragraaf 4.1;
via het MasterBus-netwerk: zie paragraaf 4.2.
LET OP!
Ongeldige instellingen van de ChargeMaster
Plus kunnen tot ernstige schade aan uw accu's
en/of aan de aangesloten lading leiden. Alleen bevoegd
personeel mag de instellingen aanpassen.
4.1

Instellingen DIP-switches

Afbeelding 4: DIP-switches
Als alle DIP-switches in de stand 0 (
wijzigingen alleen via het MasterBus-netwerk worden
aangebracht.
Na
het
instellen
van
ChargeMaster Plus uit- en ingeschakeld worden voordat
de instellingen van kracht worden.
Uitgang 1 en 2
DIP-SWITCH
1
Constante spanning
0
AGM
0
GEL
0
Nat
1
AGM-spiraal
1
Natte tractie
1
Natte calcium
1
10 A-starter
Starter
Starter + dynamo
Volg uitgang 1
Volg uitgang 1 + dynamo
12 V constante spanning
24 V constante spanning
12 V 3-traps+
AGM
12 V 3-traps+
GEL
12 V 3-step+ nat
12V 3-traps+
-spiraal
AGM
In het voorbeeld in Afbeelding 4 zijn de DIP-switches als
volgt ingesteld:
˗
Hoofduitgang 1 en 2; GEL-accu's opladen
˗
Slimme uitgang 3; ingesteld op 12 V 3-traps+
˗
Slimme uitgang 3; 12 V AGM-accu opladen
Zie paragraaf 5.5 op pagina 22 voor meer informatie over
slimme uitgang 3 en paragraaf 5.4 op pagina 21 voor meer
informatie over de laadspanningsinstellingen.
DIP switches 9 en 10
zijn
voor
toekomstig
gebruik en moeten in
de 0 stand blijven.
) staan, kunnen
UIT
de
DIP-switches
moet
Slimme uitgang 3
2
3
4
5
6
7
1
0
1
0
1
1
0
0
0
1
1
0
1
1
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
1
1
1
0
0
1
1
0
1
1
0
1
1
1
0
1
1
1
0
1
1
1
1
1
1
1
1
4.2

Functies MasterBus

De instellingen van de ChargeMaster Plus kunnen worden
aangepast via het MasterBus-netwerk (door middel van
het afstandsbedieningspaneel of een interface die is
verbonden met een pc waarop MasterAdjust-software
draait). Sommige instellingen kunnen alleen worden
gewijzigd via de MasterBus-interface.
4.2.1

MasterBus-communicatie

MasterBus-communicatie
kan worden ingesteld op
Smart aan of Altijd aan.
In de volgende tabel wordt het verschil uitgelegd.
AC
beschikbaar
Nee
Nee
Ja
de
Ja
Zoals hierboven te zien is, voedt de ChargeMaster Plus
alleen het MasterBus-netwerk indien er wisselstroom (AC)
beschikbaar is. Afhankelijk van het drempelniveau is
8
MasterBus-voeding
dynamomodus is ingeschakeld. Bij het eerste gebruik
staat MasterBus-voeding aan.
4.2.2

Stroomregeling

Als het beschikbare vermogen op de AC-ingang beperkt
is. De ChargeMaster kan worden geconfigureerd om de
ingangsstroom te beperken. De stroombegrenzing moet
gelijk aan of lager dan de waarde zijn van de externe
zekering die het inkomende AC-vermogen beschermt.
Wanneer externe AC-voeding bijvoorbeeld wordt begrensd
door een 6A-zekering, moet de stroombegrenzing worden
ingesteld op ≤ 6 A. De AC-
ingangsstroom van de
ChargeMaster Plus wordt
0
verlaagd tot 6 A.
1
Het stroomregelniveau kan worden aangepast met behulp
0
1
van
MasterAdjust-software
afstandsbediening, zoals de EasyView 5.
4.2.3
MasterShunt
Een MasterShunt kan worden
gekoppeld aan uitgang 1 van
de
ChargeMaster
actuele meetgegevens van de
MasterShunt worden gebruikt
om de accu's op te laden.
Raadpleeg de handleiding van
de MasterShunt voor meer
informatie.
ChargeMaster
MasterBus-
Plus-modus
communicatie
Smart
Altijd
aan
Stand-by
Nee
Aan
Ja
Stand-by
Ja
Aan
Ja
ook
beschikbaar
of
met
Plus.
De
MasterBus
voedend
aan
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
wanneer
de
een
optionele

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave