7.Installatie/verwijdering hulpstuk
Het verbindingsgedeelte controleren:
1.Controleer of de positieknop soepel beweegt.
2.Controleer of de knelmoer soepel vast en los gaat en of er geen
schade is.
3.Zorg dat er zich geen vuil in de groef en in de verbindingshouder
bevindt.
Plaatsen:
WAARSCHUWING
De motor mag pas worden gestart als het hulpstuk op de aandrijfunit is
bevestigd. Anders kan er letsel optreden, bijvoorbeeld als u met uw
vingers de verbindingsopening aanraakt.
1.Zet de positieknop in de vergrendelde positie en maak de knelmoer
los.
2.Lijn het '
'-merkteken op het hulpstuk uit met het uitstekende deel
van de verbinding. Of lijn de sleutel van het hulpstuk uit met de
verbindingsgroef.
VERBINDINGS-
HOUDER
UITSTEKEND
DEEL
2
LOS-
DRAAIEN
30
POSITIEKNOP
1
VERGRENDELEN
KNELMOER
(Achterzijde van het deel
waarop het hulpstuk is
verbonden)
3
HULPSTUK
VERBINDINGS-
HOUDER
GROEF
SPIE