Nuttige tips
Probleem
De vermogensstand 9
wordt automatisch ver‐
laagd als u bij de ver‐
bonden kookzone even‐
eens vermogensstand 9
instelt.
De inhoud van een pan
begint niet of nauwe‐
lijks te koken, terwijl de
aankookautomaat inge‐
schakeld is.
Na het uitschakelen van
het toestel is nog een
werkingsgeluid te ho‐
ren.
Er knipperen een of
meer restwarmte-indi‐
caties.
De sensortoetsen rea‐
geren over- of ongevoe‐
lig.
46
Oorzaak en oplossing
Bij gelijktijdig gebruik van vermogensstand 9 zou het
maximale vermogen worden overschreden.
Gebruik een andere kookzone.
Er worden grote hoeveelheden voedingsmiddelen
verwarmd.
Kook met de hoogste vermogensstand en stel
daarna handmatig een lagere vermogensstand in.
De pan geleidt de warmte niet goed.
Gebruik andere pannen die de warmte wel goed
geleiden.
De ventilator blijft draaien tot het toestel afgekoeld is,
en schakelt dan automatisch uit.
Er is een stroomstoring geweest tijdens bedrijf of ter‐
wijl er nog sprake was van restwarmte.
U hebt de programmering opgeroepen terwijl er nog
sprake was van restwarmte.
De gevoeligheid van de sensortoetsen is veranderd.
Zorg eerst dat zon- of kunstlicht niet direct op de
kookplaat valt. De omgeving van de kookplaat
mag ook niet te donker zijn.
Verwijder al het kookgerei en reinig de kookplaat.
Zorg ervoor dat de gehele kookplaat en de sen‐
sortoetsen niet bedekt zijn.
Onderbreek de stroomvoorziening van de kook‐
plaat gedurende ca. 1 minuut.
Als het probleem na het herstellen van de stroom‐
voorziening nog niet is verholpen, neem dan con‐
tact op met Miele-Service.