Belangrijke instellingen voor de foliebinding
Pos : 6.37.7 /Übersc hriften/Übersc hriften 3/A-E/E/Endposition prüfen und ei nstellen @ 399\mod_1447310924511_113.doc x @ 2830201 @ 3 @ 1
3.6.2
Eindpositie controleren en instellen
Pos : 6.37.8 /Beipac ks/R undballenpress en/F olienbi ndung/Modulgruppen Brems e / Spiral walz e/Endpositi on pr üfen und eins tell en_Bil d @ 399\mod_1447255856289_113.doc x @ 2829184 @ @ 1
Afb. 29
Pos : 6.37.9 /Beipac ks/R undballenpress en/F olienbi ndung/Modulgruppen Brems e / Spiral walz e/Endpositi on pr üfen und eins tell en_T ext_all e C ompri ma @ 353\mod_1437734650819_113.doc x @ 2641843 @ @ 1
Bij de uitvoering foliebinding moet de nettoevoerarm (1) in eindpositie tegen de isolatie van de
aandrukas (2) liggen. Voor een optimale folieaanneming de eindpositie controleren en indien
nodig instellen:
•
Het menu 10 "Handbediening" in de terminal openen.
•
De nettoevoerarm (1) met de terminal in de opgeslagen eindpositie zetten.
•
De trekker uitschakelen en de contactsleutel uit het contactslot trekken.
•
Controleren of de netbreedtrekrol (3) tegen de isolatie van de aandrukas (2) ligt en de
folie tussen isolatie en aandrukas vastgeklemd zit.
Indien dit niet het geval is:
•
De trekker starten.
•
Het menu 15-1 "Sensortest" in de terminal openen.
•
De toets
aandrukas (2) ligt en de folie tussen isolatie en aandrukas vastgeklemd zit.
•
De toets
De ingestelde positie wordt opgeslagen. Het symbool
Pos : 6.38 /Layout M odul e /---------------Seitenumbruc h---------------- @ 0\mod_1196175311226_0.doc x @ 4170 @ @ 1
28
2
3
1
net zo lang indrukken tot de netbreedtrekrol (3) tegen de isolatie van de
selecteren.
in de bovenste regel verschijnt.
COM00442