elementen van de machine niet succesvol wordt afge-
sloten.
Het voorkomen van risico's veroorzaakt door trillingen
De trillingen van de machine beïnvloeden het gemak en
in sommige gevallen de gezondheid en de veiligheid van
de bestuurder. Om risico's veroorzaakt door trillingen tot
een minimum te beperken:
1. Zorg dat de machine, de uitrusting en de werktuigen
geschikt zijn voor het uit te voeren werk.
2. Zorg dat de machine in een goede staat verkeert en
dat het onderhoud binnen de voorgeschreven interval-
len wordt uitgevoerd.
3. Controleer de instelling van de spoorbreedte en de
speling in verbindingen van werktuigen.
4. Zorg dat de stoel van de bestuurder en de regelknop-
pen zich in goede staat bevinden en pas de stoel zo-
Snelkoppeling (optioneel)
• Zet de schakelaar nooit in de onvergrendelde stand als
de machine werkt.
• Elke keer als er een bak op de snelkoppeling wordt
aangesloten, sluit u de bak en brengt u het hulpstuk
omhoog zodat u visueel kunt controleren of de bakpen
goed vastzit in de grendelhaak.
• De snelkoppeling wijzigt het werkbereik van de ma-
chine. Bij bepaalde posities van het werktuig kan het
De machine parkeren
Ga als volgt te werk bij het parkeren van de machine:
1. Plaats de machine op een vlakke, horizontale onder-
grond, uit de buurt van zachte grond, uitgravingen en
slecht gestutte gaten.
2. Zet de bovenbouw en het werktuig in lijn met de on-
derstel, trek het werktuig in en zet de bak in de grond.
3. Laat de grondschuif (indien aanwezig) zakken totdat
deze op de grond rust.
Onderhoud en afstellingen
• Probeer geen onderhoud uit te voeren aan deze ma-
chine tenzij u de in deze handleiding voorkomende vei-
ligheidsmededelingen en -instructies eerst gelezen en
begrepen heeft.
• Draag geschikte kleding bij het uitvoeren van onder-
houdswerkzaamheden. Vermijd loszittende kleren.
• Laat de druk in het hydraulische systeem volledig af
voordat u de hydraulische lijnen ontkoppelt. Onder
druk ontsnappende hydraulische olie kan ernstig letsel
veroorzaken.
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE
danig aan dat deze geschikt is voor de lengte en het
gewicht van de bestuurder.
Gedurende de werkzaamheden:
1. Gebruik de bedieningshendels rustig en gelijkmatig
zodat de machine soepel werkt.
2. Pas de werkzaamheden van de machine zodanig aan
dat deze aansluit bij de werkomstandigheden.
3. Bij het rijden moet de snelheid van de machine worden
aangepast, en zo nodig verminderd.
4. Zorg dat het werkgebied van de machine zich in een
goede staat bevinden en geen obstakels en kuilen be-
vat.
de machine beschadigen. Houd altijd een veilige af-
stand tussen de snelkoppeling en de machine.
• Hijs nooit lasten op aan de bevestigingspunten voor het
werktuig voor en achter op de snelkoppeling.
• Steek uw hand nooit in de snelkoppeling. Probeer nooit
om de snelkoppeling af te stellen of te repareren terwijl
de motor draait.
4. Zet de schuifblokkeerhendel in de middelste stand
voordat u de bestuurdersruimte verlaat.
5. Zet de motor uit en verwijder de contactsleutel.
6. Doe het cabineportier op slot.
7. Controleer eerst of de motorkap en de portieren goed
zijn vergrendeld.
8. Zorg dat geen enkel gedeelte van de machine de weg
blokkeert. Plaats de wettelijk vereiste verkeersborden
als dit niet voorkomen kan worden.
• Voordat u onderhoudswerk aan de machine uitvoert,
moet u de motor afzetten en deze laten afkoelen. U
zou uzelf anders kunnen verbranden.
• Hang een bordje met de tekst "Niet in gebruik nemen"
op de rechter bedieningsarm voordat u onderhouds-
werk uitvoert.
• Draag altijd oogbescherming wanneer u gereedschap
gebruikt dat metaaldeeltjes weg kan slingeren. Gebruik
een hamer met een kop van zacht metaal, zoals koper,
bij het in- of uitslaan van pennen.
• Slecht uitgevoerd onderhoud of verkeerde afstellingen
kunnen ernstig letsel veroorzaken. Neem contact op
2-9