Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Lagen Van Twee Tonen Aanbrengen - Casio Privia PX-3 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

 Drie tonen, een voor het ene bereik en twee voor
het andere bereik van het toetsenbord (pagina
D-16)
Gebruik alle vier zones op hetzelfde moment maar
met het geluid van een zone uitgeschakeld door een
van de zones te configureren met INT OFF (int. uit)
om de interne geluidsbron uit los te koppelen. Het
onderstaande voorbeeld toont INT OFF (int. uit)
geconfigureerd bij LOWER 2 (onderste 2).
UPPER 1
LOWER 1
UPPER 2
BELANGRIJK!
• U kunt een toon selecteren voor elke zone tijdens
zowel de MASTER CONTROL als de CARD
PLAYER modi. Merk echter op dat bepaalde
procedures en bewerkingen (indicator oplicht status)
wanneer een toon geselecteerd is voor elke zone
tijdens de CARD PLAYER modus anders is van die
tijdens de MASTER CONTROL modus.
Hier is de uitleg gebaseerd op het selecteren van
een toon voor elke zone tijdens de MASTER
CONTROL modus. Zie "Selecteren van een toon
voor elke zone tijdens de CARD PLAYER modus"
(pagina D-44) voor informatie aangaande het
selecteren van tonen tijdens de CARD PLAYER
modus.
OPMERKING
• Bij het gebruik van laag en/of splitsing om meer dan
een toon tegelijkertijd weer te geven kunt u de
volumebalans van elke zone bijstellen,
octaafverschuiving voor elke zone uitvoeren en
gedetailleerde instellingen configureren voor de
effecten die uitgeoefend worden op zones. Zie
"Bewerken van zone parameters" (pagina D-28)
voor details aangaande parameters die
geconfigureerd kunnen worden en voor
instelprocedures.

Lagen van twee tonen aanbrengen

UPPER 1
UPPER 2
1.
Zoek d.m.v. de "Toonlijst" (pagina D-57) om
de groep(en) en nummers op te zoeken van
de twee tonen (UPPER 1 (bovenste 1)
zonetoon en UPPER 2 (bovenste 2)
zonetoon) die u wilt gebruiken.
UPPER 1/2, LOWER 1 INT ON
(bovenste 1/2, onderste 1 Int. aan)
LOWER 2 INT OFF
(onderste 2 int. uit)
LAYER ON, SPLIT ON
(laag aan, splitsing aan)
Selecteren en spelen van een toon
2.
Controleer dat de indicators van zowel de
(LAYER) toets als de
branden.
• Mochten een of beide indicators branden, druk dan
op de

(LAYER) en
uitgeschakeld zijn.
3.
Druk op de
(UPPER 1) toets zodat de
corresponderende indicator gaat branden.
• Dit geeft aan dat u de UPPER 1 zonetoon kunt
selecteren.
Brandt
4.
Selecteer de UPPER 1 zonetoon.
• Zie "Selecteren van een toon" (pagina D-11) voor
details aangaande het selecteren van tonen.
5.

Druk op de
(LAYER) toets zodat de
corresponderende indicator gaat branden.
Brandt
• Op dat moment gaat de
uit en gaat de
(UPPER 2) toetsindicator in plaats
daarvan branden. Dit geeft aan dat u de UPPER 2
zonetoon kunt selecteren.
6.
Selecteer de UPPER 2 zonetoon.
7.
Speel nu iets op het toetsenbord om te
controleren hoe de tonen klinken als ze
gelaagd zijn.
• Op elk moment kunt u op de
drukken om de UPPER 1 zonetoon te veranderen of
op de
(UPPER 2) toets om de UPPER 2 zonetoon te
veranderen.
8.
Druk om toonlaag te annuleren nogmaals op
de

(LAYER) toets zodat de indicator
uitgaat.

(SPLIT) toets niet

(SPLIT) toetsen zodat ze
Brandt niet
Brandt
(UPPER 1) toetsindicator
(UPPER 1) toets

D-13

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave