Inhoudsopgave
Advertenties
De machine gebruiken bij warm of koud weer
Bij koud weer
• Gebruik de vloeistoffen en smeermiddelen met specificaties die voor de werking bij een lage omgevingstemperatuur
geschikt zijn.
• Controleer of de accu's volledig zijn opgeladen.
• Vul na afloop van het werk de brandstoftank en tap het water af voordat u de volgende dag met het werk begint,
om te voorkomen dat zich condens vormt en dat er water in het brandstofsysteem terecht komt.
• Gebruik brandstof die geschikt is voor de buitentemperatuur of een geschikt antivriesmiddel, om de vorming van
kristallen bij -2 °C (28 °F) te voorkomen.
LET OP: alvorens de machine naar een koude streek te vervoeren, dient u de tank te vullen met brandstof met een
laag vriespunt.
Bij warm weer
• Gebruik de vloeistoffen en smeermiddelen met specificaties die voor de werking bij een hoge omgevingstempera-
tuur geschikt zijn.
• Zorg ervoor dat het koelvloeistofniveau in het koelvloeistofreservoir en in de radiateur correct is.
• Zorg ervoor dat u voor het koelsysteem de juiste mengverhouding van NEW HOLLAND AMBRA ACTIFULL™ OT
EXTENDED LIFE COOLANT gebruikt.
• Test de radiateurdop voordat het warme weer zijn intrede doet. Vervang de dop indien nodig.
• Verwijder alle vuil uit het gebied van de radiator, de koeler en de motor.
• Controleer de staat van de aandrijfriem van de ventilator.
Werken bij stoffige en zanderige omstandigheden
• Inspecteer het element van het luchtfilter regelmatig en reinig of vervang het element en de stofkap ook als het nog
geen tijd is voor een onderhoudsbeurt.
• Draai de ontluchtingsdop van de hydraulische tank stevig dicht om te voorkomen dat zand en stof in het hydrauli-
sche circuit terecht kunnen komen.
• Maak de smeernippels grondig schoon alvorens de smeerpunten van iedere pen en bus door te smeren.
• Reinig de radiateurribben, de oliekoelerribben en het radiateurrooster.
Gebruik aan de kust
• Controleer of alle stoppen/kranen/bouten stevig vastzitten om het binnendringen van zout te voorkomen.
• Maak de machine grondig schoon na het werk, en besteed hierbij met name aandacht aan de elektrische uitrusting,
de hydraulische cilinder en de rupsband spancilinder om corrosie te voorkomen.
• Inspecteer en smeer regelmatiger. Zorg voor voldoende vet om het oude vet te vervangen van lagers die lage tijd
in water hebben gestaan.
Gebruik op modderige, waterige of regenachtige locaties
• Houd de machine gedurende het werk zo droog mogelijk en smeer regelmatig. Vocht en modderwater leiden tot
aantasting en corrosie van lak/bedrading/metalen onderdelen.
• Verwijder aan het einde van de werkzaamheden modder, vuil of stenen van de machine. Inspecteer op schade,
gebarsten lassen of losgeraakte delen.
• Spoel de apparatuur met schoon water als de werkzaamheden worden verricht in zout water of andere corrosieve
materialen.
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES
4-6
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
