Inhoudsopgave
Advertenties
gereden moet worden, wees er dan zeker van dat die
in staat is om het gewicht van de machine te dragen.
• Stuur altijd om grote voorwerpen zoals rotsblokken,
dikke bomen enzovoort heen.
Snelkoppeling (optioneel)
• Controleer elke dag of de vergrendelingsstaaf goed
werkt en of deze niet vervuild is. Reinig het vergren-
delsysteem zo nodig.
Bedienen van de machine
• Gebruik de standaardverkeerssignalen bij het werken
op de openbare weg, en houd rekening met het werk-
bereik van de bovenbouw en zijn hulpstukken. Lokale
of nationale verordeningen bepalen het aantal, type en
locatie van de reflectoren.
• Laat de motor bij voorkeur niet in een afgesloten ruimte
draaien. Als er geen alternatief is, dan moet er te allen
tijde voor goede ventilatie gezorgd worden.
• Laat niemand toe op de machine. Een passagier kan
van de machine afvallen of ongelukken veroorzaken.
• Bedien de bedienings- of rijregelingen nooit als u niet
in de bestuurdersstoel zit en de veiligheidsgordel om
hebt.
• Controleer de rijrichting van de machine (bij vooruit rij-
den moeten de reductietandwielen aan de achterkant
van de machine staan).
• Werk niet in de buurt van een overhangende hoogspan-
ningsleiding alvorens er zeker van te zijn dat alle maat-
regelen in acht genomen zijn om een minimale afstand
aan te houden:
Minder dan 57.000 volt: 3 m (9.8 ft).
Meer dan 57.000 volt: 5 m (16.4 ft).
• Bepaal de plaats van ondergrondse leidingen of pijpen
alvorens met werken te beginnen. Elektrische kabels,
gasleidingen, waterleidingen of andere ondergrondse
installaties kunnen ernstig letsel veroorzaken.
• Bij het rijden met de machine moet u altijd rekening
houden met de werkomstandigheden (hellende of on-
effen grond), het terrein en de weersomstandigheden.
• Laat niemand in het werkgebied van de machine toe.
Onbedoelde bediening van de zwenkbediening of de
bediening van het hulpstuk kan een ongeval veroorza-
ken. Stop de machine tot iedereen weg is uit het werk-
gebied.
• Voordat u de grondschuif (indien aanwezig) gaat ge-
bruiken, moet u zich ervan verzekeren dat er niemand
in het werkgebied hiervan is.
• Gebruik de bedieningshendels rustig en gelijkmatig zo-
dat de machine soepel werkt.
• Het hijsen van lasten moet altijd uitgevoerd worden met
strikte inachtneming van de instructies in deze handlei-
ding en de plaatselijke verordeningen.
• Het is verboden om de machine te gebruiken voor an-
der werk dan waarvoor deze is bedoeld. Het werk-
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE
• Indien u de snelkoppeling moet gebruiken met bakken
die niet door NEW HOLLAND CONSTRUCTION zijn
gemaakt, controleer dan of de diameter van de pen-
nen en de opening tussen de bakoren voldoet aan de
afmetingen die nodig zijn voor het passen van de snel-
koppeling (pennen, ringen, bussen enz.). Raadpleeg
uw NEW HOLLAND CONSTRUCTION-dealer.
tuig mag nooit gebruikt worden om zwenkend puin over
de grond te verspreiden of voorwerpen weg te duwen
(deze acties veroorzaken dwarskrachten op de uitrus-
ting).
• Stop de motor en verwijder de contactsleutel wanneer
de machine niet in gebruik is, zelfs bij korte onderbre-
kingen.
• Het werkbereik van het gemonteerde hulpstuk kan in
aanraking komen met de machine. Onderling contact
kan worden veroorzaakt door het type hulpstuk of de
installatie van onderdelen zoals een bescherming voor
het bestuurderscompartiment. Houd altijd een veilige
afstand met een marge. (Wees voorzichtig voor het
geval het werktuig slingert of per ongeluk beweegt).
• Om het bestuurderscompartiment te kunnen betreden
of verlaten moet de linker bedieningsarm omhoog
staan. Vergeet deze fundamentele regel nooit.
• Als de motor aan staat, mag de cabine van de bestuur-
der nooit worden verlaten.
• Bij het betreden of verlaten van de bestuurderscabine
moet de bovenbouw in lijn staan met het onderstel.
• Stof, rook en mist kunnen uw zicht verminderen en een
ongeval veroorzaken. Verlaag uw snelheid of stop tot-
dat uw zicht verbeterd is.
• Spring nooit van de machine af. Ga altijd met uw ge-
zicht naar de machine staan en gebruik de treden en
de handgrepen als u van de machine of de bovenbouw
afstapt.
• In het geval van een bedieningsprobleem of een defect
rijdt u de machine naar een veilige plaats, brengt u het
hulpstuk naar de grond, zet u de motor af en verwijdert
u de contactsleutel. Zoek het probleem op, maak er zo
nodig melding van en zorg dat andere bestuurders ge-
waarschuwd worden om de machine niet te gebruiken.
• Voordat u de stoel naar voren kantelt, bent u verplicht
de armleuningen omhoog te brengen om te voorkomen
dat de hendels per ongeluk worden bewogen.
• Zet de contactschakelaar van de accuhoofdschakelaar
nooit in de stand "O" (uit) wanneer de motor loopt. De
elektrische systemen kunnen beschadigen.
• Wanneer de motor wordt uitgezet, moet u altijd ten min-
ste drie minuten wachten voordat u de contactschake-
laar van de accuhoofdschakelaar in de stand "O" (uit)
zet, omdat anders het programma van de bedienings-
2-8
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
