Ventilator- en dynamoaandrijfriem
Controleer de riemspanning iedere 10 h of iedere dag.
LET OP: Als de motor wordt gebruikt met een losse riem, kan dit leiden tot oververhitting van de motor of onvoldoende
opladen van de accu, doordat de riem slipt in de behuizing.
Controle van de spanning
1. Pas bij afgezette motor en verwijderde contactsleutel
midden op de riem, tussen de dynamo en de kruk-
aspoelie met de vingers een druk toe van ongeveer
10 kg (22.0 lb).
2. De riemafwijking moet ongeveer 7 – 9 mm (0.3 – 0.4 in)
zijn.
OPMERKING: controleer de riemschijf en riem op tekenen
van schade als gevolg van slijtage. Controleer zorgvuldig
of de riem correct in de groef van de riemschijf loopt. De
riem moet worden vervangen als hij is uitgerekt of als hij
barsten of slijtplekken vertoont.
Afstellen van de spanning
1. Draai de borgmoer (1) en de bevestigingsbout (2) los.
2. Laat de dynamo (3) draaien tot de juiste spanning is
verkregen.
3. Draai de bevestigingsbout (2) en de borgmoer (1) vast.
Vervangen van riem
1. Draai de borgmoer (1) en de bevestigingsbout (2) los.
2. Span de borgmoer (1) licht aan tot het vlak contact
maakt.
3. Haal de riem (4) van de riemschijven om hem uit de
ventilator van de radiateur (5) naar buiten te trekken.
4. Installeer de nieuwe riem via de ventilator van de ra-
diateur (5) en lijn hem uit met de groef van elk van de
riemschijven. Laat de dynamo (3) draaien tot de juiste
spanning is verkregen.
5. Draai de borgmoer (1) en de bevestigingsbout (2) vast.
6. Laat na de afstelling de motor ongeveer 5 min statio-
nair draaien en zet de motor vervolgens af om de span-
ning van de riem nogmaals te controleren.
6 - ONDERHOUD
6-26
1
SMIL16MEX0418AA
2
SMIL16MEX0419AA
3
SMIL16MEX0419AA