Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Insertie Effect Instellingen Opslaan (Write) - Boss MICRO BR Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Van de getoonde blokken worden blokken
die aangezet zijn met hoofdletters weergege-
ven, en blokken die uitstaan worden met
kleine letters aangegeven.
Druk op [TR1]-[TR4] om naar het parameter
instellingscherm van elk effectblok te gaan.
fig.Disp-PREAMP-OnOff.eps
6.
Gebruik CURSOR [
cursor naar iedere parameter te
verplaatsen en gebruik VALUE [-][+] om
de waarde te bewerken.
Als er andere parameters zijn die u wilt
bewerken, verplaatst u de cursor met de
CURSOR [
] [
en gebruikt u VALUE [-][+] om de waarde te
bewerken.
7.
Als u nog een effectblok wilt bewerken,
drukt u op [EXIT] en herhaalt u stappen 5-7.
Om de huidige effectinstellingen op te slaan, zie 'De
insertie effect instellingen opslaan (Write)' (p.63).
Veranderingen, die u in de effectinstellin-
gen aanbrengt, zijn tijdelijk. Als u het effect
bewerkingsscherm verlaat zonder de
bewerkte effect patch op te slaan, zal de '**'
indicatie in het gebied dat de bank aangeeft
verschijnen.
Wees ervan bewust, dat uw bewerkingen
verloren gaan als u één van de volgende
handelingen uitvoert, terwijl deze '**' indi-
catie wordt weergegeven:
• Een andere effect patch selecteren.
• Een song laden of opslaan.
• De stroom uitzetten.
] [
] om de
] naar elke parameter,
Sectie 3. Effecten gebruiken
Als de GAIN parameter van de patch te
hoog is ingesteld, kan een vervormd geluid
en rondzingen optreden. Indien dit gebeurt,
verlaagt u de GAIN parameter.
Insertie effect instellingen
opslaan (Write)
Hier wordt uitgelegd hoe een naam (patch naam)
aan de door u bewerkte effectinstellingen wordt
toegewezen, en hoe deze als een nieuwe effect
patch worden opgeslagen.
* U kunt een effect patch niet opslaan tijdens het opnemen
of afspelen van een song.
* Als u de patch naam niet hoeft te veranderen, gaat u
verder met stap 5.
1.
Druk op [EFFECTS].
Het effect scherm verschijnt.
fig.Disp-GT-P01.eps
2.
Als u de patch naam wilt bewerken, drukt
u op [TR4] (NAM).
Het FX NAME scherm verschijnt.
Indien u de patch naam niet hoeft te bewer-
ken, gaat u verder met stap 5.
fig.Disp-FX-NAME.eps
3.
Gebruik CURSOR [
[-][+] om de gewenste patch naam in te
voeren.
Bij het bewerken van tekst kunt u de vol-
gende functies gebruiken.
Knop
Functie
[TR1] (INS) Voegt een spatie in, op de plaats van de
cursor.
[TR2] (DEL) Verwijdert een teken op de plaats van de
cursor, en verplaatst de daaropvolgende
tekens naar links.
] [
] en VALUE
63

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave