Scherm
fig.panel-L.eps
1
7
1.
Mode
Geeft de huidige modus aan.
Scherm
Modus
(niet
Als er niets wordt aangegeven, bevindt u
oplichtend)
zich in Normal modus.
Dit betekent dat u zich in Bounce modus
bevindt.
Dit betekent dat u zich in Mastering mo-
dus bevindt.
Dit betekent dat u zich in MP3 modus be-
vindt.
2.
Cursor
Deze geeft de parameter aan, die
geselecteerd is om te worden gewijzigd.
Gebruik VALUE [-][+] om de door de cursor
aangegeven parameter te wijzigen.
3.
Measure
Geeft de huidige locatie in het muziekstuk
aan. Van links naar rechts wijzen de
nummers op maat-beat-klok.
4.
Tempo
Geeft het tempo van het ritme aan.
5.
Time
De huidige locatie in het muziekstuk wordt
aangegeven als '** uren ** minuten **
seconden'.
6.
Frame/Sub Frame
Dit geeft de huidige locatie in het
muziekstuk aan in eenheden van frames, en
e
1/10
frames.
7.
EFFECTS
Licht op wanneer de invoeg effecten (p. 61)
2
3
5
8
9
4
6
10
11 12
aan zijn.
8.
L/R (Level Meter)
Dit geeft in normale modus en in MP3
modus het niveau aan van de uitvoer via
PHONES/LINE OUT.
In Bounce modus of in Mastering modus
geeft dit het betreffende opname niveau aan
(Bounce niveau of Mastering niveau).
9.
TR 1 2 3 4
Deze lichten op, wanneer sporen 1-4
opgenomen data bevatten. Het spoor
nummer, dat u heeft opgegeven als opname
spoor, zal knipperen. In het niveau meter
scherm geeft de niveau meter de Rhythm
uitvoer aan.
10. RHYTHM
Licht op, als Rhythm (p. 80) aan is. Het
niveau meter scherm geeft de uitvoer van
Rhythm aan.
11.
(PLAY indicator)
Wordt getoond wanneer het muziekstuk
speelt.
12.
(REC indicator)
Wordt getoond in opname-standby modus
of tijdens het opnemen.
13. IN
De niveau meter toont de invoer van
GUITAR IN, LINE IN/MIC of van de
ingebouwde microfoon.
14
15
17
16
18
13
15