Een functie selecteren met de Fn
(functie-)knop
De Fn-knop voert instellingen of functies uit die veelvuldig worden
gebruikt tijdens het opnemen.
1
Druk op de Fn-toets.
2
Selecteer het gewenste onderdeel met v/V/b/B op het
besturingswiel en druk op z om uit te voeren.
Het instelscherm wordt afgebeeld.
3
Volg de bedieningsgids,
selecteer de gewenste functie
en voer deze uit.
De functies rechtstreeks instellen op het opname-
informatiescherm
Draai het besturingswiel zonder op z te drukken in stap 2 om de functies
rechtstreeks in te stellen op het opname-informatiescherm. Sommige
functies kunnen worden fijngeregeld met de besturingsknop.
Bedieningsgids
NL
23