Functies die kunnen worden bediend
met behulp van de knoppen en ringen
U kunt de diverse functies instellen en bedienen met behulp van deze
knoppen en ringen.
Voor de plaats van de knoppen en ringen raadpleegt u "Plaats van de
onderdelen" (pagina 14).
Functiekeuzeknop
MENU-toets
MOVIE-knop
AEL-knop/
knop
Fn-knop/
knop
DISP op het besturingswiel
toets
toets
C (custom-)knop
Scherpstellingsfunctieknop
Belichtingscompensatieknop Hiermee kunt u het bereik instellen voor de
Diafragmaring
Macrofunctiering
Scherpstelring
(flitser-omhoog-)knop
NL
22
Hiermee kunt u de opnamefunctie veranderen.
Hiermee kunt u het menuscherm afbeelden voor het
instellen van menuonderdelen.
Hiermee kunt u bewegende beelden opnemen.
Hiermee kunt u de belichting van het hele scherm
vastleggen./Hiermee kunt u een beeld vergroten
tijdens het weergeven van beelden.
Hiermee kunt u het instelscherm weergeven voor
functies die zijn ingesteld met de Fn-knop. In de
zoekerfunctie: hiermee kunt u overschakelen naar het
Quick Navi-scherm./Hiermee kunt u meerdere
beelden tegelijkertijd op het scherm weergeven.
Hiermee kunt u de opname-informatie veranderen die
op het LCD-scherm wordt afgebeeld.
Hiermee kunt u beelden weergeven.
Hiermee kunt u de Helpfunctie in camera afbeelden./
Hiermee kunt u beelden wissen.
Hiermee kunt u een veelgebruikte functie toewijzen
aan de knop.
Hiermee kunt u de scherpstelmethode selecteren die
geschikt is voor de beweging van het onderwerp.
belichtingsinstelling.
Hiermee kunt u handmatig de diafragmawaarde (F-
getal) instellen.
Hiermee kunt u de close-up-opnamefunctie activeren.
Hiermee kunt u de scherpstelling handmatig instellen.
Hiermee kunt u de flitser omhoog zetten.