Hoofdstuk 5 Onderhoud
5-1
Ontsmetting
Als er een monster is aangebracht, reinigt u het volgens de onderstaande instructies.
Veeg voor de ontsmetting van het apparaat het ontsmette gebied lichtjes af met een wattenstaafje of gaasje dat met
een ontsmettingsmiddel is bevochtigd, veeg het ontsmettingsmiddel vervolgens af met een wattenstaafje of gaasje
dat met water is bevochtigd, en veeg het vervolgens droog. Gebruik 70% isopropanol als ontsmettingsmiddel. Neem
contact op met uw distributeur als u een ander ontsmettingsmiddel gebruikt. Als het monster niet uit het instrument
wordt verwijderd, kunnen de gebruiker of andere personen besmet raken met pathogene microben.
D-00 QR
5-2