Hoofdstuk 2 Basisbewerkingen
2-3-4
Nummers invoeren
In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u nummers invoert, zoals metingsnummers. In het veld waarin u enkel
nummers kunt invoeren, knippert de cursor bij het meest rechtse nummer. Gebruik de numerieke knoppen
(knoppen [0] tot [9]).
(Bv.) Bij het invoeren van "1302"
Druk achtereenvolgens op de knoppen "1" "3" "0" "2".
1
REFERENTIE: Om ingevoerde nummers te corrigeren, drukt u op de
knop
om het nummer te wissen en vervolgens het nieuwe
nummer in te voeren.
2-3-5
Datum invoeren
Jaar
Vul de laatste 2 cijfers van het westerse jaar in. Voor jaren van 2000 tot 2009 voert u eerst
een 0 in om een nummer van 2 cijfers te maken, zoals "01".
Maand
Voor maanden van januari tot september voert u eerst een 0 in om een nummer van 2 cijfers
te maken, zoals "01".
Dag
Voor de dagen van 1 tot 9 voert u eerst een 0 in om een nummer van 2 cijfers te maken, zoals
"01".
REFERENTIE:
• Voer een getal van 2 cijfers in voor het jaar, de maand en de dag van de datum.
• Om de cursor te verplaatsen tussen het jaar, de maand of de dag, drukt u op de knop [
(Bv.) Bij het invoeren van 23 augustus 2006
Voer het jaar in. Voer "0" en "6" in en druk op de knop [
1
Verplaats de cursor naar de positie van de "maand".
Voer de maand in. Voer "0" en "8" in en druk op de knop [
2
Verplaats de cursor naar de positie van de "dag".
D-00 QR
2-8
].
].
].