4-2
Het metingsnummer invoeren
Voer het metingsnummer in dat wordt gebruikt voor de respectieve meeteenheden. Het metingsnummer wordt
ingevoerd als een getal van 4 cijfers.
REFERENTIE: Zie "2-3-4 Nummers invoeren" (pagina 2-8) voor meer informatie over het invoeren van numerieke
waarden.
Druk op [1] op het scherm [Hoofdmenu].
1
REFERENTIE: U kunt in het statusweergavescherm ook op [1] drukken
om het scherm <Metingnr.> weer te geven.
In het scherm <Metingnr.> drukt u op de knoppen
2
de meeteenheid te selecteren en het metingsnummer in te
voeren.
REFERENTIE:
• Er kan meer dan één meeteenheid worden geselecteerd.
• Druk nogmaals op de knoppen
meeteenheid ongedaan te maken.
Voer het metingsnummer in.
3
Druk op de knop
4
REFERENTIE: Druk op de knop
om de geselecteerde
.
om de invoer ongedaan te maken.
4-2 Het metingsnummer invoeren
om
D-00 QR
4-3