4
Sluit de toegangsklep.
5
Druk op
.
Cartridgefout
1
Verwijder de inktcartridge uit de printer.
2
Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
3
Steek de stekker van het netsnoer weer in het stopcontact.
4
Druk op
als de knop
5
Plaats de cartridge terug in de printer.
6
Als de cartridgefout opnieuw wordt weergegeven, installeert u een nieuwe cartridge. Zie voor meer informatie
"Inktcartridge installeren" op pagina 39.
Cartridge ontbreekt
De inktcartridge ontbreekt of is niet juist geïnstalleerd. Zie voor meer informatie "Inktcartridge installeren" op pagina 39.
Klep geopend
Zorg ervoor dat de toegangsklep is gesloten.
Ongeldig apparaat
De camera die u op de printer hebt aangesloten, communiceert niet via PictBridge.
1
Maak de camera los van de printer.
2
Controleer of de camera geschikt is voor PictBridge. Raadpleeg de documentatie bij de camera voor meer informatie.
Ongeldig afbeeldingsbestand
De geheugenkaart die is geplaatst of het flashstation dat is aangesloten, is leeg of bevat bestanden die de printer niet kan
lezen.
Gebruik een andere geheugenkaart of een ander flashstation. Zie voor meer informatie "Geheugenkaart in de printer
plaatsen" op pagina 20 of "Flashstation aansluiten" op pagina 21.
Inktvoorraad
Bericht
U moet de kleureninktcartridge binnenkort vervangen.
U moet de kleureninktcartridge binnenkort vervangen.
U moet de kleureninktcartridge zeer binnenkort vervangen.
Opmerking: deze berichten en percentages zijn wellicht niet van toepassing op de cartridge die bij de printer wordt
geleverd.
1
Installeer zo nodig een nieuwe inktcartridge. Zie voor meer informatie "Inktcartridge installeren" op pagina 39.
Zie voor meer informatie over het bestellen van supplies "Supplies bestellen" op pagina 43.
2
Druk op
om door te gaan.
Papierstoring
Zie "Problemen met vastgelopen en verkeerd ingevoerd papier oplossen" op pagina 49.
niet brandt.
Problemen oplossen
51
Inktvoorraad
Nog 25%
Nog 15%
Nog 5%