Oplossing 5
Ga als volgt te werk als de printer is aangesloten op de computer via een ander apparaat:
1
Maak de USB-kabel los van het andere apparaat, zoals een USB-hub of schakelkastje.
2
Sluit de kabel rechtstreeks aan op de printer en de computer.
Oplossing 6
1
Druk op
om de printer uit te zetten.
2
Trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
3
Haal het andere uiteinde van het snoer van de netvoeding uit de printer.
4
Sluit het snoer van de netvoeding weer aan op de printer.
5
Steek de stekker van de netvoeding in het stopcontact.
6
Druk op
om de printer weer aan te zetten.
Lage afdruksnelheid
Oplossing 1
Sluit op de computer alle programma's die u niet gebruikt.
Oplossing 2
Gebruik minder afbeeldingen of kleinere afbeeldingen in het document.
Oplossing 3
Breid het RAM-geheugen (Random Access Memory) van de computer uit.
Oplossing 4
Verwijder zo veel mogelijk ongebruikte lettertypen van het systeem.
Oplossing 5
1
Klik in het programma op Bestand
2
Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen.
3
Klik op Kwaliteit/exemplaren.
4
Selecteer Normaal in het gedeelte Kwaliteit/snelheid.
Oplossing 6
1
Verwijder de printersoftware en installeer de software opnieuw. Zie voor meer informatie "Software verwijderen en
opnieuw installeren" op pagina 52.
2
Als de software nog steeds niet correct kan worden geïnstalleerd, bezoekt u onze website op www.lexmark.com om
te controleren of er nieuwe versies van de software beschikbaar zijn.
a
Selecteer uw land of regio (tenzij u in de Verenigde Staten woont).
b
Klik op de koppelingen voor stuurprogramma's en downloads.
c
Selecteer de printerfamilie.
d
Selecteer het printermodel.
Afdrukken.
Problemen oplossen
48