Technische gegevens TROLLY 70-1 TROLLY 70-2 TROLLY 70-2 TROLLY 70-3 TROLLY 70-3 1050x500x865 1050x500x1100 1050x500x1100 1050x500x1325 1050x500x1325 Afm. (lxbxh) in ca. 44 kg ca. 46 kg ca. 49 kg ca. 47 kg ca. 50 kg Gewicht zonder toebehoren EN 60974 / IEC 60974 / VDE 0544 hfdst. 14 Gebouwd conf.
Beschrijving Algemeen • Verrijdbaar, met de kraan transporteerbaar. • Duurzaam en stabiel gebouwd dankzij de gelaste constructie. • Voor gebruik op de bouw, in de montage en in werkplaatsen • Houders voor alle noodzakelijke componenten Afb. 2/1 bijv. Trolly 70-2 Afb.
Beschrijving Apparatuur Afb. 2/3 bijv. Trolly 70-2 Pos. Beschrijving Bevestigingspunten voor het transport met de kraan Plaats voor de draadtoevoerapparaten WELDON DRIVE 4 en PHOENIX DRIVE 4 Haak voor het aanhangen van toebehoren zoals de lastoorts Trekontlasting tussenslangpakket Gaten buitenkant voor de rubberen voetjes van bijv. de volgende apparaten: COOL 71U40/41;...
Inbedrijfstelling Toepassingsgebied 4.1.1 TROLLY 70-1 • Transport van uitsluitend de TRITON 260 + COOL 30 U20 + WELDON DRIVE 4/4L of de TRITON 400/500, SIRION 400/500 en PHOENIX 300/400/500 + PHOENIX DRIVE 4/4L Daaruit resulteren de volgende combinatiemogelijkheden: TRITON 260...
Inbedrijfstelling Transport/installeren De in de hoofdstukken 4.2.1, 4.2.2, 4.2.3 en 4.2.4 genoemde punten zijn slechts voorbeelden. Gedetailleerdere richtlijnen dienen te worden ontleend aan de algemene en speciale veiligheidsvoorschriften en voorschriften ter voorkoming van ongevallen. 4.2.1 Transport per kraan • Door het aanbrengen van de kraanogen aan de bevestigingspunten kunnen (afb.
Inbedrijfstelling • Gebruik altijd originele accessoires en onderdelen! 4.2.3 Installatie Bij het opbouwen van de transportkar moet erop worden gelet dat deze op een stevige ondergrond komt te staan. • Plaats de kar niet op oneffen ondergronden! • Het standplaatsoppervlak moet waterpas zijn en vlak! •...
TROLLY 70-3 / 70-3 DF moeten twee modules worden gemonteerd. Bij het transport van de TRITON 260 + COOL 30 U20 met de transportkar TROLLY 70-1 of PHOENIX 300 met de transportkar TROLLY 70-1; 70-2 / 70-2 DF (+ 1 module) of TROLLY 70-3 / 70-3 DF (+ 2 modules) zijn telkens speciale opties bevestigingen (klemplaten) noodzakelijk.
Inbedrijfstelling Draadtoevoerapparaten monteren Voor de draadtoevoerapparaten WELDON en PHOENIX DRIVE 4L moet het hoekprofiel van de bevestiging A2 zo worden gemonteerd dat dit naar beneden wijst (afb. 4/7). Anders bestaat er bij het draaien van de draadtoevoerapparaten gevaar voor bekneld raken. Voor de bevestiging van de draadtoevoerapparaten WELDON en PHOENIX DRIVE 4 moet het hoekprofiel van de bevestiging A2 zo worden gemonteerd dat dit naar boven wijst (afb.
Inbedrijfstelling Gasflessen bevestigen en vastzetten • Plaats de gasflessen op de steunplaat (hfdst. 2, J1). • De gasflessen moeten met de kettingen (hfdst. 2; K1) worden vastgezet. • Er moet op worden gelet dat de kettingen stevig tegen de gasfles aan liggen. Grote flessen met 50L en 300bar zijn in geen geval toegestaan.