De Con@ctivity 2.0-stick instal-
leren
Om de Con@ctivity 2.0-functie te kun-
nen gebruiken, moet het kookvlak wor-
den uitgerust met de Con@ctivity 2.0-
stick.
Neem voor de installatie de montage-
handleiding van de Con@ctivity 2.0-
stick in acht.
Con@ctivity 2.0-functie active-
ren
Om de Con@ctivity 2.0-functie te kun-
nen gebruiken, moet de radioverbinding
tussen het kookvlak en de dampkap
worden geactiveerd.
Daartoe moeten beide toestellen geïn-
stalleerd en gebruiksklaar zijn.
De radioverbinding moet aan de damp-
kap en aan het kookvlak tegelijkertijd
worden geactiveerd. Hierna wordt de
activering van de dampkap beschreven.
De activering van het kookvlak is be-
schreven in de bijbehorende gebruiks-
handleiding. Maak u vooraf vertrouwd
met de informatie.
Start vooreerst met de activering op de
dampkap, daarna op het kookvlak.
Con@ctivity 2.0-functie activeren
Functie bij de dampkap activeren
Kookvlak en dampkap moeten zijn
uitgeschakeld.
Druk ca. 10 seconden op de 515
toets van de uitlooptijd, totdat stand
1 van de vermogensweergave gaat
branden.
Druk achter elkaar op
– de - toets,
– de "" toets
– en daarna de toets van de verlich-
ting.
De dampkap bevindt zich in de aan-/af-
meldmodus.
Als nog geen draadloze verbinding is
opgebouwd, knipperen de controle-
lampjes 2 en 3 gelijktijdig.
Als al een draadloze verbinding is opge-
bouwd, branden de controlelampjes 2
en 3 continu (Con@ctivity 2.0 is al geac-
tiveerd of een afstandsbediening is aan-
gemeld).
Druk op de "" toets om Con@ctivity
2.0 te activeren.
Het toestel zoekt naar een draadloze
verbinding.
Begin ondertussen met het activeren
van de functie op het kookvlak.
43