5.3.3 Uitlaatgasmetingen bij 2-Taktmotoren
•
Techniek
Voertuigen met tweetaktmotoren hebben in vergelijking met
viertaktmotoren een hogere HC uitstoot en scheiden daarnaast
olie af.Olie bestaat hoofdzakelijk uit koolwaterstoffen (HC).
Deze zetten zich af op de wanden van sonde,slang en door-
stroomfilter indien er geen voorzorgsmaatregelen worden
getroffen.
Deze afzettingen hebben een bepaalde HC indicatie
tot gevolg (HC restwaarde),zelfs indien er geen uitlaatgassen
worden gemeten.Dat houdt in dat de HC meting bij een effec-
tieve meting vervalst wordt door deze restconcentratie.
Dit "Hang Up"effect is in vakkringen vrij bekend en treedt bij
alle fabrikanten op.Enkel bij toestellen met HC indicatie wordt
dit effect zichtbaar.
Deze afzettingen kunnen door het gebruik van actieve kool-
filters vrij goed onderdrukt worden.Deze filters binden en
neutraliseren voor het grootste deel olie- en vluchtige kool-
waterstofresten.
Dergelijke filters hebben een beperkte levensduur en kunnen in
de aanzuigslang na de groffilter worden gemonteerd.
Achter het actief koolfilter kunnen aanslagen in kleine hoe-
veelheden aan de wand van de slang optreden.
Deze dienen te worden verwijderd.Hiervoor bestaan er 2
alternatieven:
— Alternatief 1
Naspoelen met omgevingslucht meteen ingebouwde pomp.
Na elke tweetaktmeting dient de pomp zolang te blijven in-
geschakeld tot de HC waarde gedaald is tot onder de 20ppm.
De spoeltijd is afhankelijk van de grootte van de restconcen-
tratie.Deze tijd kan tot 30 minuten bedragen,doch kan ook
wezenlijk langer zijn.
Bij dit alternatief dient men bij de tweetaktmeting enkel
nog een actief koolfilter bij aan te brengen in het aanzuig-
circuit.
Fig 5:Achterzijde VSM
1. Groffilter GF1 1 687 432 005
2. Aktief koolfilter 1 687 432 014
3. Viton opnameslang
9.