1
moederbord
2
schroef (9)
5. Bevestigd het moederbord aan het chassis met behulp van de schroeven die u eerder uit het moederbord hebt verwijderd. Draai de schroeven niet te
stevig aan.
WAARSCHUWING:
Als u niet alle schroeven aanbrengt en op juiste wijze aandraait, is er mogelijk niet genoeg sprake van aarding van het
moederbord, hetgeen tot storingen van het besturingssysteem kan leiden.
6. Sluit de gelijkstroomkabel aan op het moederbord.
7. Sluit de kabel van de ventilator aan op het moederbord.
8. Sluit alle kabels van het voorpaneel en FlexBay-apparaten op het moederbord aan.
9. Sluit alle gegevenskabels van de cd/dvd-stations en vaste schijven op het moederbord aan.
10. Als het moederbord wordt vervangen door een ander type moederbord dan u hebt verwijderd, moet u het volgende doen:
a. Zoek naar de geheugenmodules op het moederbord (zie
b. Installeer de processor op het moederbord (zie
c. Installeer de processorventilator en de warmteafleiding (zie
11. Sluit waar nodig additionele kabels op het moederbord aan.
12. Sluit de gelijkstroomkabel aan op het moederbord.
13. Installeer alle pc-kaarten in de sleuven van de computer.
14. Controleer of alle kabels binnen het computerchassis op juiste wijze zijn aangesloten.
15. Voer de stappen uit die zijn beschreven in procedure
16. Controleer of de computer naar behoren werkt door Dell Diagnostics uit te voeren. Zie Raadpleeg de Installatie- en snelle referentiegids voor instructies
met betrekking tot Diagnostics.
Terug naar inhoudsopgave
Een geheugenmodule toevoegen of
De processor
vervangen).
De warmteafleider van de processor
Nadat u aan de computer hebt
gewerkt.
vervangen).
vervangen).