Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Waarschuwing Lage Oliedruk; Overtoeren-Begrenzingssysteem; Oververhitting Van De Motor - Johnson E150DPLSU Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

WAARSCHUWING LAGE OLIEDRUK

Als de carteroliedruk tijdens het varen een gevaarlijk laag
peil bereikt, gaat het indicatielampje oliedruk laag branden.
Indicatielampje oliedruk laag
1.
Als het indicatielampje oliedruk laag brandt, zal de motor
niet sneller draaien dan 2000 tpm (HOOG stationair).
Als de motor tijdens het varen vanzelf naar hoog stationair
overschakelt en niet wil versnellen, zet hem dan UIT.
Indien getilt, zet de motor in verticale positie.
Controleer het oliepeil met de peilstok en voeg indien nodig
olie toe. Zie CARTEROLIE en MOTORSPECIFICATIES.
Controleer de olievuldop en aftapschroef op tekenen van
lekkage en zorg ervoor dat ze goed dicht zijn.
Als het oliepeil op de peilstok in orde is, laat de motor dan
rechtop staan en leg hem tien minuten stil. Start hem
daarna opnieuw. Als de motor nog steeds niet sneller dan
2000 tpm draait, neemt u het best contact op met uw
DEALER.
Reset - Nadat de oliedruk is hersteld, laat u de motor tra-
ger dan 1500 tpm draaien om het waarschuwingssys-
teem te resetten en opnieuw normaal te kunnen varen.
Het lampje zal na het starten van de motor enkele secon-
den branden. Hieraan ziet u dat het waarschuwingssys-
teem werkt.
Als het lampje niet aangaat, moet u de motor stilzetten en
contact opnemen met uw DEALER.
Als het lampje blijft branden, controleer dan het oliepeil en
voeg eventueel olie toe.
Als het oleipeil in orde is, raadpleeg dan uw DEALER.
BELANGRIJK: Als u de motor blijft gebruiken terwijl dit
lampje brandt, kan dit tot ernstige schade leiden. Vertrouw
niet uitsluitend op het indicatielampje oliedruk laag om te
weten wanneer u olie moet toevoegen. Controleer het mo-
toroliepeil regelmatig. Varen met te weinig olie kan tot ern-
stige schade leiden.
OVERTOEREN-
BEGRENZINGSSYSTEEM
Dit systeem wordt geactiveerd wanneer het motortoerental
het aanbevolen maximum-toerental langer dan 10 secon-
den overschrijdt.
Als dit systeem wordt geactiveerd, wordt het toerental au-
tomatisch beperkt tot ongeveer 3000 tpm.
Dit systeem moet worden gereset door de gashendel on-
1
geveer één seconde naar stationair te schakelen, waarna
de motor opnieuw normaal kan werken.
BELANGRIJK:
wordt niet geactiveerd in de aanbevolen maximum-gas-
stand, tenzij de schroefspoed onvoldoende is of er andere
factoren (zoals "over-trimmen" of "ventilatie") primeren.
Als het systeem actief wordt zonder duidelijke reden,
neemt u het best contact op met uw DEALER.

OVERVERHITTING VAN DE MOTOR

BELANGRIJK: Laat uw motor niet draaien - zelfs niet om
even te starten - zonder watertoevoer. Zie Doorspoelen.
Wanneer de motor draait, moet de waterinlaat zich con-
stant helemaal onder water bevinden en niet verstopt zijn.
Houd u aan de juiste spiegelhoogte en motorhoek. Als de
motor draait, moet er een constante waterstraal uit de wa-
terpompcontroleslang van de motor komen. Controleer de
slang geregeld, vooral wanneer u vaart in water met veel
wier, modder of afval, bij extreme trimhoeken en in ondiep
water (indien aanwezig).
1
1.
Waterpompindicator
Als de motor oververhit raakt, zal het S.L.O.W. (Speed Li-
miting Overheat Warning) -beschermingssysteem het mo-
tortoerental onmiddellijk verlagen tot 2000 tpm. Als de
motor sneller draaide dan 2000 tpm wanneer het
S.L.O.W.-systeem werd geactiveerd, zal hij voelbaar
schokken.
Om het S.L.O.W.-beschermingssysteem te RESETTEN,
moet de motor worden afgezet en de koeltemperatuur her-
steld.
Het
overtoeren-bregrenzingssysteem
27
VAREN -

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave